Terug
Gepubliceerd op 05/10/2021

Besluit  de gemeenteraad

do 30/09/2021 - 20:00

Machtiging aan het college van burgemeester en schepenen tot het vaststellen van retributies en bepaling van de voorwaarden - aanpassing bestaand besluit en hercoördinatie

Aanwezig: Tom Aelbrecht, Voorzitter Gemeenteraad
Eric De Vriendt, Patrick Moreels, Peter Van Den Haute, Francia Neirinck, Bruno Tuybens, schepenen
Jozef Van Den Bulcke, Pascale Adriaens, Mario Baert, Emmy Herregodts, Werner Baudewijn, Johan De Bleecker, Guido De Temmerman, Louis Ide, Matthijs Verschraegen, Angélique De Clercq, Anke Thuy, Monique De Waele, Greet Van Herpe, gemeenteraadsleden
Philip Lefever, Algemeen directeur

De gemeenteraad beslist tot aanpassing van de bestaande machtiging aan het college van burgemeester en schepenen houdende heffing van retributies voor diverse dienstverlening.

 
Voorwerp en motivering

Het college wordt in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 20.06.2019 houdende machtiging aan het college tot het vaststellen van retributies en bepaling van de voorwaarden, gemachtigd om binnen bepaalde grenzen tarieven vast te stellen, een vrijstelling van heffing of vermindering te verlenen. Deze machtiging dient aangepast te worden aan het gewijzigde gebruikersreglement inzake socio-culturele infrastructuur en de daarin gehanteerde tariefcategorieën, alsook uitgebreid te worden in functie van de verruimde socio-culturele infrastructuur naar aanleiding van oa ontwijding van kerken.

Voor de duidelijkheid is het aangewezen het bestaande besluit aan te passen en te hercoördineren.

Verwijzingen

Gemeenteraadsbesluit van 20.06.2019 houdende machtiging aan het college tot het vaststellen van retributies en bepaling van de voorwaarden - aanpassing bestaand besluit en hercoördinatie
Gemeenteraadsbesluit van 24.06.2021 houdende goedkeuring van het gebruikersreglement voor de socio-culturele infrastructuur in Zwalm

Regelgeving

Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017

Besluit

Art. 1 - Het gemeenteraadsbesluit van 20.06.2019 houdende machtiging aan het college tot het vaststellen van retributies en bepaling van de voorwaarden, wordt opgeheven.

Art. 2 - De gemeenteraad geeft aan het college van burgemeester en schepenen de machtiging tot het heffen van retributies in volgende aangelegenheden:
1° culturele manifestaties deel uitmakende van het cultuuraanbod van de gemeente
2° jeugdmanifestaties deel uitmakende van het jeugdaanbod van de gemeente 3° sportmanifestaties deel uitmakende van het sportaanbod van de gemeente
4° seniorenmanifestaties deel uitmakende van het seniorenaanbod van de gemeente
5° festiviteiten (inclusief jubilea, huwelijken en dergelijke) deel uitmakende van het feestenaanbod van de gemeente
6° jeugd- en sportkampen, speelpleinwerking, vakantieopvang, WOOPZ
7° de uitlening van goederen behorende tot de uitleendienst
8° tarieven inzake toeristische folders, brochures en dergelijke alsook het aanbod streekproducten in het Streekpunt
9° vaststelling tarieven voor verkoop van dranken en spijzen naar aanleiding van manifestaties vermeld in de punten 1° tot en met 6° hierboven.
10° alle tarieven die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de verhuur van socio-culturele infrastructuur alsook bijhorende diensten zoals opkuis, .. (niet limitatieve opsomming: sporthal, feestzaal, GC De Munk, kerken ,…). De tarifering van alle socio-culturele infrastructuur gebeurt op basis van onderstaande categorisering:
-categorie A: erkende verenigingen, zorginstellingen, scholen en hun ouderwerkingen uit Zwalm
-categorie B: particulieren, overige verenigingen, zelfstandigen en bedrijven uit Zwalm
-categorie C: particulieren, verenigingen, zelfstandigen en bedrijven van buiten Zwalm
-categorie D: lokale besturen, gemeentelijke adviesraden, veiligheidsdiensten (politie, brandweer, Rode Kruis), intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waar het lokaal bestuur in participeert, Zwalmse scholen voor wat betreft activiteiten in het kader van hun pedagogische opdracht
11° alle tarieven van de bibliotheek en haar dienstverlening.
De tarieven dienen redelijk en in verhouding tot de dienstverlening te zijn en mogen het maximum van € 750,00 niet te boven gaan.

Art. 3

§1 Het college kan vrijstellingen voorzien bij vaststelling van retributietarieven in de materies vermeld in art. 2, 1° tot en met 5° onder volgende voorwaarden: maximum 30% van de beschikbare plaatsen worden vrijgesteld van retributie indien men tickets wil ter beschikking stellen van genodigden, sponsors of personeel.
§2 Voor materies inzake art. 2, 7° kunnen worden vrijgesteld:
- Categorie 1: scholen in de gemeente, gemeentelijke diensten en gemeentelijke adviesraden.
- Categorie 2 : door het college van burgemeester en schepenen erkende Zwalmse verenigingen, buurtcomités of particulieren die de materialen wensen te gebruiken voor evenementen die toegankelijk zijn voor de Zwalmse bevolking.
- Categorie 3: andere gemeentebesturen, andere overheden, overheidsinstellingen en daarmee gelijkgestelde instellingen op basis van wederkerigheid
§3 Voor materies inzake art. 2, 10°, kan het college volledige vrijstellingen verlenen aan:
- De verenigingen, organisaties en diensten die met het oog op de promotie van hun werking een culturele of informatieve activiteit organiseren waarbij geen inkomgelden of bijdragen worden gevraagd, geen verkoop van dranken, lidkaarten, enz. is voorzien en waarbij de activiteit toegankelijk wordt gesteld voor het groot publiek.
-categorie A: erkende verenigingen, zorginstellingen, scholen en hun ouderwerkingen uit Zwalm
-categorie D: lokale besturen, gemeentelijke adviesraden, veiligheidsdiensten (politie, brandweer, Rode Kruis), intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waar het
lokaal bestuur in participeert, gemeentelijke scholen voor wat betreft activiteiten in het kader van hun pedagogische opdracht
§4 In alle andere gevallen van art. 2 kan geen vrijstelling worden voorzien.

Art. 4 - Het college kan verminderingen voorzien bij vaststelling van retributietarieven in de materies vermeld in art. 2, 1° tot en met 7°, en 10° tot en met 11°, op voorwaarde dat zij gebaseerd zijn op volgende objectief vaststelbare criteria:
1° aantal deelnemers per gezin
2° sociale criteria
3° criteria in functie van een bepaalde doelgroep
4° afnamehoeveelheden en abonnementsformules
5° het al dan niet inwoner zijn van de gemeente
6° lidmaatschap van een erkende adviesraad
7° de leeftijd van de deelnemers
8° houder zijn van een vrijetijdspas
9° houder zijn van een European Disability Card (EDC).
De vermindering mag in de gevallen 1 tot en met 6 nooit meer dan 50% bedragen.
Voor het geval 7 bedraagt deze maximaal 85%.
Voor het geval 8 bedraagt deze maximaal 75%. Deze korting wordt op alle tarieven toegepast, dus ook waar deze reeds verminderd zijn op basis van een ander criterium. Volgende categorieën komen in aanmerking voor het bekomen van een vrijetijdspas: leefloongenieters, equivalent leefloongenieters, genieters van een gewaarborgd inkomen of inkomensgarantie voor ouderen, mensen in budgetbeheer of collectieve schuldregeling en mensen die een bruto-belastbaar inkomen hebben lager dan het grensbedrag voor het bekomen van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming bij de ziekte- en invaliditeitsverzekering. Deze grensbedragen volgen de evolutie van de indexaties van de sociale uitkeringen. Voor deze laatste categorie wordt geen rekening gehouden met studiebeurzen, kinderbijslag en medische kosten; het bedrag van de huurprijs dat 1/3de van het inkomen overschrijdt, wordt in mindering gebracht en bij bezit van een eigen woning die afbetaald is, wordt het inkomen met 1/5de verhoogd.
Voor het geval 9 wordt de korting steeds gelijkgesteld aan de korting van geval 8. Alle tarieven van toepassing op de vrijetijdspashouders, zijn dus eveneens van toepassing op de EDC-kaarthouders.

Art. 5 - De inning van de retributies kan zowel contant, giraal, via bancontact of online gebeuren in functie van de praktische mogelijkheden.

Art. 6 - Bij niet-betaling van niet binnen de 30 dagen na ontvangst uitdrukkelijk en schriftelijk betwiste retributies, kan gebruik gemaakt worden van art. 177 lid van het decreet lokaal bestuur dat stelt: “De financieel directeur kan een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen of door het vast bureau, om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Dat dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. Dat exploot stuit de verjaring.
Een dwangbevel als vermeld in het tweede lid kan door het college van burgemeester en schepenen of door het vast bureau alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard worden als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief, met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek, en die een bewijs oplevert van deze melding, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens. De gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen administratieve kosten aanrekenen voor die aangetekende brief. Die kosten zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen ook ingevorderd worden via het dwangbevel “

Art. 7 - Bij niet-betaling van betwiste retributies dient de invordering te gebeuren via de burgerlijke rechtspleging.

Art. 8 – Dit besluit treedt in werking en zal worden bekendgemaakt zoals voorzien in het decreet lokaal bestuur.