De gemeenteraad beslist tot aanpassing en hercoördinatie van het belastingsreglement houdende invoering van een contantbelasting op de afgifte van omgevingsvergunningsaanvragen.
De komst van de omgevingsvergunning veranderde het vergunningenlandschap. Enerzijds verenigt ze de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning. De aanvragen worden ingediend bij één loket, het omgevingsloket (= een digitaal uitwisselingsplatform), waarna een openbaar onderzoek en een adviesronde worden georganiseerd. Dat is efficiënter, bespaart tijd en leidt tot betere resultaten. Anderzijds werd door de omgevingsvergunning de nadruk gelegd op een digitale verwerking en afhandeling. Op elk moment kan onder meer door de aanvrager de gebeurtenissen in zijn of haar dossier digitaal worden geraadpleegd.
De gemeenteraad keurde op 30.01.2020 terzake ook een belastingsreglement goed. De totale opbrengst bedraagt ongeveer een € 37.000 op jaarbasis.
Dat reglement wensen we aan te passen in die zin dat we van mening zijn dat er een hoger tarief dient te zijn voor aanvragen tot regularisatie na een procedure in kader van handhaving. De voorbije 3 jaar was er een gemiddeld aantal van 11 regularisatie-aanvragen per jaar waarvan een deel de inschakeling vroeg van handhaving. En net deze dossiers die de inschakeling vroegen van handhaving, vergen extra tijdsinvestering en we wensen deze extra kost dan ook aan de burger/aanvrager door te rekenen.
Er wordt aan de gemeenteraad derhalve gevraagd het bestaande reglement met betrekking tot de contantbelasting op de afgifte van omgevingsvergunningsaanvragen in die zin aan te passen. De hierin voorgestelde tarieven zijn dezelfde als deze reeds door de gemeenteraad in zitting van 30.01.2020 aangenomen tarieven behoudens een verhoging van € 250 voor regularisatieaanvragen ingevolge inschakeling van handhaving.
De in dit besluit voorgestelde tarieven dragen bij tot de verdere financiële behoeften van de gemeente ter bekostiging van de behandeling van diverse aanvragen en meldingen binnen het omgevingsverhaal.
De vrijstellingen die zijn opgenomen worden verantwoord vanuit het feit dat dit zaken zijn die we beleidsmatig wensen te ondersteunen.
Gemeenteraadsbesluit van 30.01.2020 inzake goedkeuring van het reglement met betrekking tot de contantbelasting op de afgifte van omgevingsvergunningsaanvragen.
Wetboek Inkomstenbelasting
Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
Decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Omzendbrief BB 2008/07 inzake het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Decreet van 25.04.2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering van 27.11.2015 tot uitvoering van het decreet van 25.04.2014 betreffende de omgevingsvergunning
Art. 1– Met ingang van de goedkeuring van dit besluit tot en met 31.12.2025 wordt een contantbelasting op de afgifte van omgevingsvergunningsaanvragen toegepast conform dit reglement.
Art. 2 – De contantbelasting is verschuldigd door degene die de aanvraag doet. Indien de aanvraag uitgaat van een publieke overheid voor werken aan of op openbaar domein is er vrijstelling van contantbelasting. Een aanvraag, dat uitsluitend de aanleg van kleine landschapselementen (KLE’s) betreft, is eveneens vrijgesteld van contantbelasting.
Art. 3 – De contantbelasting moet worden betaald voor zover het dossier ontvankelijk en volledig wordt verklaard, onafhankelijk van de beslissing door het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag. Indien het dossier niet ontvankelijk en volledig wordt verklaard, wordt geen contantbelasting gevraagd.
Art. 4 - Als blijkt dat de aanvraag niet bij de juiste overheid is ingediend en door de gemeente wordt doorgestuurd naar de bevoegde overheid, wordt geen contantbelasting geheven.
Art. 5 -
§1. Er wordt een contantbelasting gevestigd op de aanvragen tot omgevingsvergunning/attest voor of de melding van stedenbouwkundige handelingen en het exploiteren van IIOA (ingedeelde inrichtingen of activiteiten) in toepassing van het omgevingsvergunningsdecreet. De contantbelasting wordt als volgt vastgesteld voor dossiers waarvoor de gemeente, de provincie of de Vlaamse overheid vergunningverlenende overheid is:
1° Aanvraag vereenvoudigde procedure voor (aanvragen zonder openbaar onderzoek):
2° Aanvraag gewone procedure voor (aanvragen met openbaar onderzoek):
3° Aanvraag tot verkavelen van gronden (zonder wegenis):
4° Aanvraag tot verkavelen van gronden (met wegenis):
5° Aanvraag tot bijstellen van een verkaveling (zonder wegenis):
6° Aanvraag tot bijstellen van een verkaveling (met wegenis):
7° Aanvraag tot bijstellen van de milieuvoorwaarden op vraag van de exploitant: € 50
8° Melding van:
9° Mededeling met vraag tot omzetting van milieuvergunning naar permanente omgevingsvergunning: € 50
10° Aanvraag van een stedenbouwkundig- of een planologisch attest: € 50
§2. Er wordt een contantbelasting gevestigd op de aanvragen voor het afleveren van een omgevingsvergunning voor vegetatiewijziging(en) in toepassing van het omgevingsvergunningsdecreet:
- Aanvraag omgevingsvergunning voor vegetatiewijziging(en): € 15
§3 Er wordt een belastingsverhoging van € 250 toegepast voor regularisatieaanvragen na inschakeling van handhaving in kader van dossiers vermeld onder art. 5 §1 1°,2°,7° en 8°
Art. 6 – De in art. 5 vermelde belastbare feiten dienen te worden geïnterpreteerd zoals beschreven in de vigerende regelgeving.
Art. 7 – De contantbelasting wordt betaald op zicht van een factuur. Bij gebreke aan betaling wordt de contantbelasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.
Art. 8 – De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze contantbelasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd. De indiening moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift, een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur.
Art. 9 - Dit besluit treedt in werking en wordt bekendgemaakt conform het decreet lokaal bestuur.