Besluit  het vast bureau

Voorwerp en motivering

De welzijnsreglementering, meer bepaald artikel 4 en 7 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur, verplicht de werkgever om extra maatregelen te nemen voor werknemers die gedurende een aanzienlijk deel van hun normale werktijd gebruikmaken van beeldschermapparatuur.
Art. 7.- 2° Als de resultaten van het oftalmologisch onderzoek het vereisen en indien een normaal correctiemiddel de uitoefening van werk op een beeldscherm niet mogelijk maakt, moet de werknemer beschikken over een speciaal correctiemiddel dat uitsluitend met het betrokken werk verband houdt. De kosten van dit speciale middel vallen ten laste van de werkgever.

De beeldschermbril is een speciaal correctiemiddel dat uitsluitend met het betrokken werk verband houdt.
Als bij een oogonderzoek wordt vastgesteld dat de werknemer hinder ondervindt om zijn beeldschermtaak naar behoren te vervullen, ook al heeft de werknemer een gewone leesbril (voor 30 cm) of een gewone bril voor verzicht (voor meer dan 5 meter), dan moet de werkgever een specifieke beeldschermbril terugbetalen (voor accommodatie op ongeveer 60 cm afstand).
In de praktijk houdt dit in dat enkel monofocale glazen voor intermediair zicht en degressieve glazen voor dichtbij en intermediair zicht worden terugbetaald door de werkgever. Unifocale en multifocale glazen voor bijziendheid, verziendheid, astigmatisme, ouderdomsverziendheid of combinaties daarvan, houden niet uitsluitend verband met het betrokken werk.
Om dezelfde redenen worden opties niet terugbetaald. Dit omvat bijvoorbeeld ontspiegeling, krasvrije glazen, verharde en verkleurde glazen.

In de praktijk wordt ook aangegeven dat minstens de helft van de werktijd (4 uren per dag) min of meer constant aan een beeldscherm moet worden gewerkt.

Het bedrag van de tussenkomst en de procedure inzake terugbetaling voor een beeldschermbril werd op 27.04.2022 op het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk voorgesteld.  Er waren geen bemerkingen.

Verwijzingen

Verslag Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk dd. 27.04.2022

Regelgeving

KB van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur - Art 7.
Codex over het welzijn op het werk Boek VIII. - Ergonomische belasting Titel 2. Beeldschermen - Art. VIII.2-5.
KB tot vaststelling van boek IX - Collectieve bescherming en individuele uitrusting van de codex over het welzijn op het werk - Art N4. BIJLAGE IX. 2-2
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
Gemeenteraadsbesluit van 27.03.2014 houdende bepaling van het begrip dagelijks personeelsbeheer.

Bijlage

Reglement inzake aanvragen inzake tussenkomst in een beeldschermbril

Procedure aanvraag tussenkomst beeldschermbril

1.       Raadpleging oogarts

De werknemer consulteert een oogarts. Dit gebeurt eventueel op doorverwijzing van de bedrijfsarts.
Indien de noodzaak blijkt, maakt de oogarts een voorschrift op voor een beeldschermbril.
De oogarts maakt bovendien een attest voor de werkgever waaruit blijkt dat het om een beeldschermbril gaat : een bril specifiek en uitsluitend aangepast voor de correctie van de gezichtsscherpte op beeldschermafstand (het intermediair zicht). Als dat nodig is, kan de correctie worden gecombineerd met een correctie om te werken met documenten op papier (zicht dichtbij).

2.       Wie kan aanvragen ?

De aanvraag kan gestart worden door personeelsleden die minstens de helft van de werktijd (4u/dag of 20u/week) min of meer constant aan een beeldscherm moeten werken en die gezondheidsproblemen (oogklachten, hoofdpijn, concentratieproblemen …) ondervinden.

3.       Aanschaf beeldschermbril

De werknemer schaft zich een beeldschermbril aan bij een opticien naar keuze. Hij vraagt aan de opticien een gedetailleerde factuur. Die factuur specificeert de prijs van het montuur en de prijs van elk glas alsook het type en de kwaliteit van elk glas.

Voorwaarden tegemoetkoming

1.       Voor te leggen stukken

De werknemer bezorgt volgende documenten aan de personeelsdienst :
- een kopie van het voorschrift van de oogarts
- het attest van de oogarts dat het om een beeldschermbril gaat, volgens de voorwaarden zoals hierna beschreven
- de originele, gedetailleerde factuur van de opticien, inbegrepen de verklaring dat het om een beeldschermbril gaat, volgens de voorwaarden zoals hierna beschreven
- bewijs van tegemoetkoming van het ziekenfonds óf een verklaring op eer dat er geen tussenkomst kan genoten worden vanwege het ziekenfonds.

2.       Tussenkomst

De werkgever beslist de kosten voor de beeldschermbril terug te betalen :
1) voor het brilmontuur: maximaal 100 euro;
2) voor de glazen: een maximuminterventie van 200 euro per glas;
3) een eventuele tussenkomst van de ziekteverzekering wordt verrekend
De werknemer kan alleen een terugbetaling krijgen voor:
• monofocale glazen voor intermediaire visus;
• degressieve glazen voor dichtbij en intermediaire visus
Er is geen terugbetaling voor:
• unifocale en multifocale glazen voor bijziendheid, verziendheid, astigmatisme,
ouderdomsverziendheid of combinaties daarvan (want deze houden niet uitsluitend verband met het betrokken werk).
• opties zoals ontspiegeling, krasvrije glazen, verharde en verkleurde glazen (want ook deze houden niet uitsluitend verband met het betrokken werk).