De gemeenteraad beslist een machtiging aan het college tot het vaststellen van retributies en bepaling van de voorwaarden goed te keuren.
Art 41 van het decreet lokaal bestuur stelt oa dat de gemeenteraad bevoegd is voor:
14° het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen;
Gezien de start van een nieuwe legislatuur lijkt het ons wenselijk de machtiging te hernieuwen. Voorlopig zijn er geen wijzigingen ten opzichte van de bestaande machtiging gegeven via he gemeenteraadsbesluit van 18.12.2023.
Gemeenteraadsbesluit van 18.12.2023 houdende machtiging aan het college tot het vaststellen van retributies en bepaling van de voorwaarden
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
Art. 1 - De gemeenteraad geeft aan het college van burgemeester en schepenen de machtiging tot het heffen van retributies in volgende aangelegenheden:
1° culturele manifestaties deel uitmakende van het cultuuraanbod van de gemeente
2° jeugdmanifestaties deel uitmakende van het jeugdaanbod van de gemeente
3° sportmanifestaties deel uitmakende van het sportaanbod van de gemeente
4° seniorenmanifestaties deel uitmakende van het seniorenaanbod van de gemeente
5° festiviteiten (inclusief jubilea, huwelijken en dergelijke) deel uitmakende van het feestenaanbod van de gemeente
6° jeugd- en sportkampen, speelpleinwerking, vakantieopvang, WOOPZ
7° de uitlening van goederen behorende tot de uitleendienst
8° tarieven inzake toeristische folders, brochures en dergelijke alsook het aanbod streekproducten in het Streekpunt
9° vaststelling tarieven voor verkoop van dranken en spijzen naar aanleiding van manifestaties vermeld in de punten 1° tot en met 6° hierboven.
10° alle tarieven die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de verhuur van socio-culturele infrastructuur alsook bijhorende diensten zoals opkuis, .. (niet limitatieve opsomming: sporthal, feestzaal, GC De Munk, kerken ,…). De tarifering van alle socio-culturele infrastructuur gebeurt op basis van onderstaande categorisering:
-categorie A: erkende verenigingen, zorginstellingen, scholen en hun ouderwerkingen uit Zwalm
-categorie B: particulieren, overige verenigingen, zelfstandigen en bedrijven uit Zwalm
-categorie C: particulieren, verenigingen, zelfstandigen en bedrijven van buiten Zwalm
-categorie D: lokale besturen, gemeentelijke adviesraden, veiligheidsdiensten (politie, brandweer, Rode Kruis), intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waar het lokaal bestuur in participeert, Zwalmse scholen voor wat betreft activiteiten in het kader van hun pedagogische opdracht
11° alle tarieven van de bibliotheek en haar dienstverlening
12° tarieven van de UITPAS Vlaamse Ardennen.
13° tarieven voor het gebruik van Live Enrollment.
De tarieven dienen redelijk en in verhouding tot de dienstverlening te zijn en mogen het maximum van € 750,00 niet te boven gaan.
Art. 2
§1 Het college kan vrijstellingen voorzien bij vaststelling van retributietarieven in de materies vermeld in art. 2, 1° tot en met 5° onder volgende voorwaarden: maximum 30% van de beschikbare plaatsen worden vrijgesteld van retributie indien men tickets wil ter beschikking stellen van genodigden, sponsors of personeel.
§2 Voor materies inzake art. 2, 7° kunnen worden vrijgesteld:
- Categorie 1: scholen in de gemeente, gemeentelijke diensten en gemeentelijke adviesraden.
- Categorie 2 : door het college van burgemeester en schepenen erkende Zwalmse verenigingen, buurtcomités of particulieren die de materialen wensen te gebruiken voor evenementen die toegankelijk zijn voor de Zwalmse bevolking.
- Categorie 3: andere gemeentebesturen, andere overheden, overheidsinstellingen en daarmee gelijkgestelde instellingen op basis van wederkerigheid
§3 Voor materies inzake art. 2, 10°, kan het college volledige vrijstellingen verlenen aan:
- De verenigingen, organisaties en diensten die met het oog op de promotie van hun werking een culturele of informatieve activiteit organiseren waarbij geen inkomgelden of bijdragen worden gevraagd, geen verkoop van dranken, lidkaarten, enz. is voorzien en waarbij de activiteit toegankelijk wordt gesteld voor het groot publiek.
-categorie A: erkende verenigingen, zorginstellingen, scholen en hun ouderwerkingen uit Zwalm
-categorie D: lokale besturen, gemeentelijke adviesraden, veiligheidsdiensten (politie, brandweer, Rode Kruis), intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waar het
lokaal bestuur in participeert, gemeentelijke scholen voor wat betreft activiteiten in het kader van hun pedagogische opdracht
§4 Voor materies inzake art. 2, 1° tot en met 6° en 8° tot en met 9° kunnen houders van een UiTPAS vrijgesteld worden van retributie als men een vooraf gespecifieerd aantal UiTPAS-punten gespaard heeft en kan omruilen (= omruilvoordeel).
§5 In alle andere gevallen van art. 2 kan geen vrijstelling worden voorzien.
Art. 3 - Het college kan verminderingen voorzien bij vaststelling van retributietarieven in de materies vermeld in art. 2, 1° tot en met 7°, en 10° tot en met 12°, op voorwaarde dat zij gebaseerd zijn op volgende objectief vaststelbare criteria:
1° aantal deelnemers per gezin
2° sociale criteria
3° criteria in functie van een bepaalde doelgroep
4° afnamehoeveelheden en abonnementsformules
5° het al dan niet inwoner zijn van de gemeente
6° lidmaatschap van een erkende adviesraad
7° de leeftijd van de deelnemers
8° houder zijn van een vrijetijdspas - UiTkansenpas
9° bij aankoop van een UiTPAS Vlaamse Ardennen (= welkomstvoordelen) of op basis van een aantal vooraf gespecifieerde UiTPAS-punten die men gespaard heeft en kan omruilen (= omruilvoordelen).
De vermindering mag in de gevallen 1 tot en met 6 nooit meer dan 50% bedragen.
Voor het geval 7 en 9 bedraagt deze maximaal 85%.
Voor het geval 8 bedraagt deze maximaal 80%. Deze korting wordt op alle tarieven toegepast, dus ook waar deze reeds verminderd zijn op basis van een ander criterium. Personen die in aanmerking voor het bekomen van een kansenpas (hetzij vrijetijdspas - hetzij UiTkansenpas) moeten voldoen aan de voorwaarden zoals vastgelegd in het 'Reglement op de toekenning van kansenpassen (hetzij vrijetijdspas, hetzij UiT-kansenpas)' goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van Zwalm.
Art. 4 - De inning van de retributies kan zowel contant, giraal, via bancontact of online gebeuren in functie van de praktische mogelijkheden.
Art. 5 - Bij niet-betaling van niet binnen de 30 dagen na ontvangst uitdrukkelijk en schriftelijk betwiste retributies, kan gebruik gemaakt worden van art. 177 lid van het decreet lokaal bestuur dat stelt: “De financieel directeur kan een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen of door het vast bureau, om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Dat dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. Dat exploot stuit de verjaring.
Een dwangbevel als vermeld in het tweede lid kan door het college van burgemeester en schepenen of door het vast bureau alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard worden als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief, met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek, en die een bewijs oplevert van deze melding, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens. De gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen administratieve kosten aanrekenen voor die aangetekende brief. Die kosten zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen ook ingevorderd worden via het dwangbevel “
Art. 6 - Bij niet-betaling van betwiste retributies dient de invordering te gebeuren via de burgerlijke rechtspleging.
Art. 7 – Dit besluit treedt in werking vanaf 01.01.2025 en zal worden bekendgemaakt zoals voorzien in het decreet lokaal bestuur.
Art. 8 - Het gemeenteraadsbesluit van 18.12.2023 houdende machtiging aan het college tot het vaststellen van retributies en bepaling van de voorwaarden wordt opgeheven.