De gemeenteraad beslist tot aanpassing en hercoördinatie van het belastingsreglement op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater en het illegaal aansluiten op de openbare riolering
Sinds 1 juli 2011 is een keuring van de privéwaterafvoer van woningen en gebouwen verplicht. Deze verplichting van keuring van private riolering wordt opgelegd via het Algemeen Waterverkoopreglement. Dit reglement bepaalt de rechten en de plichten van de drinkwaterleverancier, de rioolbeheerder en de klant. Er is een nieuw Algemeen Waterverkoopreglement sedert 1 januari 2021. Met betrekking tot de keuring van de riolering is er een ministerieel besluit betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer van 20 maart 2023. Hierin worden een aantal zaken verduidelijkt wat betreft de uitvoering van de keuring van de private riolering.
De rioolbeheerder is verantwoordelijk voor de organisatie en kwaliteitsborging van de keuring privériolering op zijn grondgebied.
Bij (her)aanleg van een openbare gescheiden rioleringsstelsel wordt aan aangelanden conform Vlarem-wetgeving, opgelegd de private riolering maximaal af
te koppelen, zijnde het hemelwater en huishoudelijk afvalwater te scheiden tot aan de openbare riolering. Dit heeft tot doel het openbare rioleringssysteem en de rioolwaterzuiveringsinstallatie optimaal te laten functioneren.
Bij de start van het ontwerp van rioleringswerken worden aangelanden van deze verplichting in kennis gesteld, waarna de rioolbeheerder en het gemeentebestuur de
private afkoppeling begeleiden, middels opmaak van afkoppelingsstudie, opvolging door afkoppelingsmanager en keuring door geaccrediteerd bureau.
De subsidiërende overheid VMM, verplicht bovendien dat na uitvoering van de werken ten opzichte van aangelanden die de afkoppeling niet optimaal realiseerden, een proces-verbaal wordt opgemaakt wegens inbreuk op de Vlarem-wetgeving of de opmaak van een belastingkohier wegens niet optimaal afkoppelen, op straffe van verlies van subsidies.
Teneinde optimaal afkoppelingsresultaat van het privaat rioleringsstelsel bij openbare afkoppelingsprojecten te bekomen, is de opmaak van een proces-verbaal en navolgende vervolging door parket en rechtbank, niet het meest efficiënte middel.
Aan gemeentebesturen wordt geadviseerd een belastingreglement op te maken betreffende "niet optimaal afkoppelen van private riolering".
Doel van dergelijk reglement is de onbereidwillige aangelande van een afkoppelingsproject, jaarlijks te belasten tot men middels een keuringsattest kan aantonen dat de private afkoppeling conform de afkoppelingsstudie werd uitgevoerd.
Om een extra aansporing te geven om deze afkoppeling binnen de kortst mogelijk termijn na het verstrijken van de 'normale' uitvoering alsnog te realiseren, wordt de belasting per maand berekend.
De belastingbasis neemt een aanvang 6 maanden na de voorlopige oplevering van de betreffende openbare rioleringswerken of 6 maanden na goedkeuring van
betreffend besluit voor aangelanden van die werken waarbij reeds een private afkoppelingsverplichting geldt, teneinde eenieder de mogelijkheid te bieden.
De verplichte regenwaterrecuperatie, -infiltratie en/of -buffering zijn noodzakelijk om waterschaarste en verdroging te bestrijden. De controle en het toezicht erop is aan
de gemeente opgedragen.
Om maximaal resultaat te halen en de wetgeving te laten respecteren is het belasten op de niet-maximale-afkoppeling noodzakelijk naar analogie met afkoppelingen van private rioleringen naar aanleiding van openbare afkoppelingsprojecten.
De belastingbasis neemt een aanvang na de domiciliëring of ingebruikname van de vergunde werken, meer bepaald 6 maanden na vaststelling en aanmaning.
Op 22.06.2020 werd daartoe een belastingsreglement ingevoerd maar dit dient aangepast te worden om ook het niet plaatsen van IBA's in daartoe voorziene zonering te kunnen vatten met dit reglement. Tegelijkertijd kreeg het belastingsreglement een aanpassing om volledig in overeenstemming te zijn met het ministerieel besluit van 20.03.2023 betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer.
Het reglement werd voorgelegd aan Farys en Vlario en alle opmerkingen werden in het voorliggend reglement opgenomen.
Gemeenteraadsbesluit van 22.06.2020 inzake vastelling van het belastingsreglement op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater en het illegaal aansluiten op de openbare riolering
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
Het Wetboek van inkomstenbelastingen van 10.04.1992 zoals van toepassing inzake provincie- en gemeentebelastingen.
Het Wetboek minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13.04.2019.
Het decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
De omzendbrief van 15.02.2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
De Europese Kaderrichtlijn Water van 22 december 2000 welke tot doel stelt om de watervoorraden, de waterbeheersing en de kwaliteit van de leefomgeving veilig te
stellen.
Het decreet van 18.07.2003 betreffende het integraal waterbeleid.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 6.02.1991 houdende de vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM I) en latere
wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 1.06.1995 houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en latere wijzigingen.
De Vlarem-wijziging ten gevolge van de implementatie van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende vaststelling van de regels voor de
scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichtingen en de vaststelling van de zoneringsplannen waarbij nieuwe eisen opgelegd worden
welke vertaald worden in het begrip ‘optimale afkoppeling’.
Besluit van de Vlaamse Regering van 8.04.2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting [de niet-aangesloten binneninstallatie en installaties voor tweedecircuitwater in onroerende goederen die niet aangesloten zijn of worden op het openbaar waterdistributienetwerk,] en het algemeen waterverkoopreglement, met de wijzigingen.
Ministerieel besluit van 20.03.2023 over de keuring van de binneninstallatie, de niet-aangesloten binneninstallatie, de installatie voor tweedecircuitwater en de privéwaterafvoer
Het ministerieel besluit van 20.08.2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp en de aanleg van rioleringssystemen.
Algemeen waterverkoopreglement, opgemaakt in uitvoering van het ministerieel besluit van 8 april 2011 en de daarna volgende wijzigingen.
Gemeenteraadsbesluit van 22.06.2020 inzake goedkeuring van een belastingsreglement op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater en het illegaal aansluiten op de openbare riolering"
Art. 1 - Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein n.a.v. de realisatie van een gescheiden rioleringsstelsel in door de gemeente goedgekeurde afkoppelingsprojecten of het niet (tijdig) plaatsen van een IBA conform het GUP (gemeentelijk uitvoeringsplan), en op het illegaal aansluiten op de openbare riolering.
Art. 2 - Definities:
Onder ‘afkoppelingsproject’ wordt verstaan ‘elk door het college van burgemeester en schepenen of door de gemeenteraad goedgekeurd project met realisatie van een gescheiden afvoer van hemelwater en huishoudelijk afvalwater sinds invoering van de verplichte keuring van de privéwaterafvoer van woningen en gebouwen (1 juli 2011)'.
Met ‘entiteit’ wordt bedoeld: ‘elke woongelegenheid, gebouw, parking,... waar art. 4 §5 van dit besluit op van toepassing is'.
Art. 3 - De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de entiteit:
1. waarvan de entiteit gelegen is binnen een afkoppelingsproject dat voorlopig opgeleverd werd voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit- die uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, niet beschikt over een conform keuringsattest van de privéwaterafvoer,
2. waarvan de entiteit gelegen is binnen een afkoppelingsproject dat voorlopig opgeleverd wordt na inwerkingtreding van dit besluit- die uiterlijk 6 maanden na de
datum van het proces-verbaal van de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op het openbaar domein, niet beschikt over een conform keuringsattest van de privéwaterafvoer,
3. waarvan wordt vastgesteld dat de nieuwe/gewijzigde rioolaansluiting niet werd aangevraagd bij en uitgevoerd in opdracht van de rioolbeheerder en "eigenhandig"
(zelf of door een eigen aangestelde aannemer) werd gerealiseerd, en waarvan 6 maanden na aanmaning door het gemeentebestuur/rioolbeheerder de aansluiting niet werd geregulariseerd,
4. waarvan de rioolbeheerder, noch het gemeentebestuur beschikt -na ingebruikname van de entiteit- over een conform keuringsattest van de privéwaterafvoer, binnen
een termijn van 6 maanden na aanmaning door het gemeentebestuur/rioolbeheerder.
5. gelegen binnen het individueel te optimaliseren buitengebied, waar, 6 maand na de uiterste datum zoals vastgesteld in het uitvoeringsplan van het gemeentelijk zoneringsplan, niet voorzien is in een goed werkende individuele waterzuiveringsinstallatie (IBA)
De belasting is verschuldigd indien één van de bovenstaande voorwaarden is vervuld.
Art. 4 - Keuring privéwaterafvoer
§1. De keuring van de privéwaterafvoer in de gemeente moet gebeuren door keurders die beschikken over de vereiste technische vaardigheid om de keuring uit te voeren. De keurders mogen niet betrokken zijn in activiteiten die hun onafhankelijkheid en integriteit in relatie met de keuringsactiviteiten kunnen beïnvloeden. De keurder mag niet betrokken zijn bij de technische uitvoering van de binneninstallatie en/of privéwaterafvoer.
§2. De keuring van de binneninstallatie, de niet-aangesloten binneninstallatie, de installatie voor tweedecircuitwater en de privéwaterafvoer wordt georganiseerd en uitgevoerd volgens de NBN EN ISO/IEC 17020. De keuringsinstelling moet op basis van de criteria van de norm NBN EN ISO/IEC 17020 geaccrediteerd zijn als keuringsinstelling type A voor wat betreft de keuringen van de privéwaterafvoer en als keuringsinstelling type C voor de overige keuringen. De keuring moet worden uitgevoerd door een Vlario-keurder, die rapporteert via de KPR-module (Keuring Private Rioleringmodule) aan de geaccrediteerde instelling voor keurders;
§3. De keurder levert na controle en goedkeuring een keuringsattest af aan de klant of titularis. Het keuringsattest bevat uitsluitend de volgende gegevens:
1° een unieke identificatie en uitgiftedatum;
2° de identificatie van de keurder;
3° het adres van het onroerend goed dat wordt gekeurd;
4° de datum van uitvoering van de keuring;
5° bij een keuring van een binneninstallatie, een niet-aangesloten binneninstallatie of een installatie voor tweedecircuitwater: de aanduiding van het type gebouw met specificering of het gaat over een publiek gebouw categorie 1 of categorie 2 als vermeld in artikel 11, §3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002;
6° bij een keuring van een privéwaterafvoer: de aanduiding of het een lozing betreft van huishoudelijk afvalwater of niet-huishoudelijk afvalwater;
7° het type keuring met specificering als vermeld in artikel 7/1, §1, artikel 12/1, §1, artikel 12/3, §1, artikel 12/4, §1, artikel 27/6, §1, en artikel 27/7, §1, van het besluit van 8 april 2011;
8° het type installatie met specificering of het gaat om een binneninstallatie, een installatie voor tweedecircuitwater, een niet-aangesloten binneninstallatie of een privéwaterafvoer;
9° de benodigde informatie om de conformiteit van de te keuren installatie te kunnen beoordelen conform bijlage 2 en 3 van het besluit van 8 april 2011;
10° de uitspraak over de conformiteit van de gekeurde installatie;
11° de herstelmaatregelen en de uitvoeringstermijn van de herstelmaatregelen, vermeld in artikel 7/1, §5 en §6, artikel 12/1, §4, artikel 12/3, §5, artikel 12/4, §5 en §6, en artikel 27/6, §6, van het besluit van 8 april 2011;
12° de herstelmaatregelen, vermeld in artikel 7/1, §8, artikel 12/3, §6, artikel 12/4, §9, artikel 27/6, §8, en artikel 27/7, §6, van het besluit van 8 april 2011;
13° bij een keuring van een niet-aangesloten binneninstallatie: een verwijzing naar de wettelijke kwaliteitseisen die van toepassing zijn en de bijbehorende controleverplichtingen voor water bestemd voor menselijke consumptie;
14° een opmerkingenveld waarin aspecten die niet bepalend zijn voor de conformiteit kunnen worden opgenomen;
15° de volledige inventaris van het gekeurde systeem op basis van de vaststellingen tijdens de keuring.
Een kopie van het keuringsattest wordt overgemaakt aan de gemeente en rioolbeheerder.
§4. De privéwaterafvoer moet conform de gangbare wettelijke en technische voorschriften zijn. Zij moet in de volgende gevallen hierop gekeurd worden:
1° bij nieuwbouw of herbouw conform de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
2° bij de realisatie van een nieuwe bijkomende huisaansluiting of bij de plaatsing van een individuele sanering;
3° nadat een inbreuk op de gelijkvormigheid is vastgesteld;
4° bij de aanleg van gescheiden riolering op het openbaar domein, tenzij er een keuring is uitgevoerd voor nieuwbouw of herbouw die maximaal vijf jaar oud is;
5° nadat herstelmaatregelen genomen zijn naar aanleiding van een voorafgaande keuring van de privéwaterafvoer.
De keuring heeft als doel na te gaan of de privéwaterafvoer conform is voor een aansluiting op de huisaansluiting of het openbaar saneringsnetwerk, waarbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd op het private domein, de afvoer van afvalwater conform is met de wettelijke voorschriften die opgenomen zijn in de milieuwetgeving, en de opvang, de mogelijkheid tot gebruik en de afvoer van hemelwater conform is met de verordeningen inzake hemelwater, naargelang welke verordening van toepassing is op de situatie in kwestie die moet worden gekeurd, en rekening houdend met eventuele vergunningsaanvragen.
De klant/titularis vraagt de keuring aan, bij een keurder aangesloten bij een geaccrediteerde keuringsinstelling.
§5. De kosten van de keuring zijn - voor zover ze niet binnen de uitvoeringstermijn van een afkoppelingsproject vallen (uiterlijk tot voorlopige oplevering) - ten laste van de klant of titularis.
§6. De privéwaterafvoer wordt geacht niet conform de geldende reglementaire en wettelijke voorschriften te zijn in volgende gevallen, zoals beschreven in bijlage 3 bij het ministerieel besluit van 20 maart 2023 over de keuring van de binneninstallatie, de niet-aangesloten binneninstallatie, de installatie voor tweedecircuitwater en de privéwaterafvoer :
● Niet correct scheiden van regenwater en afvalwater.
● Niet voldoen aan de aansluitplicht afvalwater en/of voorbehandeling volgens de zoneringsplannen.
● Afwezigheid regenwaterput, infiltratievoorziening en/of buffervoorziening, indien verplicht volgens de omgevingsvergunning.
● Afwezigheid septische put voor zwart water in centraal gebied of collectief geoptimaliseerd buitengebied.
● Afwezigheid septische put voor zwart water en grijs water in collectief te optimaliseren buitengebied.
Gezien er in de milieuwetgeving nog meer vereisten zijn die opgelegd worden aan de privéwaterafvoer, wil een positieve keuring niet per se zeggen dat voldaan is aan alle geldende reglementen.
§7. Een nieuwe aansluiting of heraansluiting op de riool kan niet opengesteld worden als de klant/titularis geen positief keuringsattest kan voorleggen.
Art. 5 - Belastingplichtige:
§1. De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door wie op 1 januari van het belastingjaar eigenaar, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is van het belastbaar goed.
§2. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, zijn respectievelijk de opstalgever, de erfpachtgever en naakte eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
§3. Indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende personen, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd, terwijl de leden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de volledige belasting.
Art. 6 - Vrijstellingen:
Volgende eigenaars worden vrijgesteld van deze belasting:
1. Een nieuwe eigenaar: de nieuwe eigenaar, die op 1 januari minder dan één jaar eigenaar is, wordt vrijgesteld van deze belasting. Deze vrijstelling geldt voor één
belastingjaar volgend op de datum van de notariële akte.
2. Entiteiten volledig gelegen binnen een onteigeningsplan: de eigenaar zoals bedoeld in artikel 5 §1, van entiteiten die op 1 januari van het belastingjaar binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan liggen of waarvoor geen omgevingsvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigening wordt voorbereid.
3. Entiteiten waarvan het technisch onmogelijk is om af te koppelen: de eigenaar dient in dit geval een dossier voor te leggen waaruit blijkt dat het technisch onmogelijk is.
Art. 7 - Procedure:
Een door de gemeente gemachtigd ambtenaar stelt per 1 januari van elk aanslagjaar vast:
-ofwel het ontbreken van een positief keuringsattest van de private riolering (artikel 3, situatie 1,2 & 4),
-ofwel de ontvangst van een melding van de rioolbeheerder dat een nieuwe/gewijzigde rioolaansluiting illegaal werd uitgevoerd (artikel 3, situatie 3).
-ofwel de vaststelling dat er geen goed werkende individuele waterzuiveringsinstallatie is voorzien (artikel 3, situatie 5)
De belasting wordt als volgt berekend:
-Voor de eerste 12 maand na de dag waarop men de belasting verschuldigd is: een forfaitair bedrag van €100,00 per begonnen maand,
-Vanaf de 13de maand na de dag waarop men de belasting verschuldigd is: een forfaitair bedrag van €200,00 per begonnen maand.
De belasting blijft verschuldigd zolang de eigenaar geen conform keuringsattest bezorgt aan het gemeentebestuur, dan wel de rioolbeheerder betaling ontvangt van de rioolaansluitingsbijdrage.
De belasting wordt berekend a rato van het aantal maanden dat de belastingplichtige niet in overeenstemming is/was met het verplichte positief keuringsattest, dan wel met de verplichte rioolaansluitingsbijdrage.
Art. 8 - De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 9 - De belasting dient betaald te worden binnen de 2 maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Art. 10 - De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend zijn door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en gemotiveerd zijn. Het moet de naam, de hoedanigheid en het adres of de zetel van de belastingschuldige vermelden. Het moet ook het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen vermelden.
Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wil uitgenodigd worden op de hoorzitting moet dit in het bezwaarschrift worden gevraagd.
Binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd.
Art. 11 - Dit reglement treedt in werking op 1 november 2023 en wordt bekendgemaakt conform het decreet lokaal bestuur.