Conform een burgemeestersbesluit van 16.11.2021 is dit een virtuele vergadering.
Tom Aelbrecht, voorzitter van de gemeenteraad
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 28.10.2021 worden aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. Ze vormen samen met de audio-visuele opname tevens het zittingsverslag.
Ontwerpnotulen van de zitting van de gemeenteraad van 28.10.2021.
Audio-visueel verslag van de gemeenteraad van 28.10.2021 zoals te vinden op: https://www.youtube.com/watch?v=t_7-Ez9HCWM&t=4s
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017, art. 277 & 278 §2
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017, art. 285 t.e.m. 287
Matthijs Verschraegen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s -Tijdsblok audio: 0 min 0 sec - 5 min 57 sec
Enig artikel – De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 28.10.2021 - die samen met de audio-visuele opname tevens het zittingsverslag uitmaken - worden goedgekeurd
Bruno Tuybens, schepen
Toelichting door An Bassez, financieel directeur
Het bestuur dient voor het einde van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen een meerjarenplan vast te stellen voor de komende 6 jaren, nl 2020-2025. Dat meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. De initiële opmaak was gebaseerd op een analyse van de omgeving, de partijprogramma's van de besturende partijen en de input van de bewonersbijeenkomsten en de adviesraden.
Gemeente en OCMW voeren één geïntegreerd beleid uitgaande van de 8 volgende doelstellingen die een streven inhouden naar een meer…
1. duurzaam Zwalm
2. milieuvriendelijk Zwalm
3. veilig Zwalm
4. zorgend Zwalm
5. warm Zwalm
6. levendig Zwalm
7. ruimtelijk verantwoord Zwalm
8. dienstbaar Zwalm
waaraan diverse prioritaire acties worden gekoppeld en die ook kunnen samengevat worden in volgende 6 grote "werven":
Het initiële meerjarenplan werd vastgesteld in raadszitting van 19.12.2019.
Minstens één keer per jaar wordt het meerjarenplan ook aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
Bij de aanpassing wordt ook het resultaat van de jaarrekening van het voorgaand jaar verwerkt.
Het meerjarenplan van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vormen één geïntegreerd geheel.
Het ontwerp van aanpassing van het beleidsrapport werd veertien dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken aan ieder lid van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn bezorgd.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
Elke raad stemt telkens over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport.
In kader van organisatiebeheersing zijn wijzigingen die niet vallen onder de uitdrukkelijk bevoegdheid van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn bij raadsbesluiten van 19.12.2019 gedelegeerd aan de algemeen directeur.
Aanpassing meerjarenplan 2020-2025 "herziening 2 beginkrediet 2022" bestaande uit een aangepaste financiële nota met bijhorende toelichting en wijzigingen aan de strategische nota
Ontwerp van besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van heden houdende vaststelling van aanpassing aan het meerjarenplan 2020-2025 "herziening 2 beginkrediet 2022"
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
Besluit van de Vlaamse Regering van 30.03.2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen
Omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3.05.2019 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2020 - 2025)
Johan De Bleecker. Matthijs Verschraegen, Pascale Adriaens, Eric De Vriendt, Francia Neirinck, Patrick Moreels, Bruno Tuybens, Peter Van Den Haute, An Bassez
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 5 min 58 sec - 1 u 23 min 30 sec
Art. 1 - De aanpassing aan het meerjarenplan 2020-2025 "herziening 2 beginkrediet 2022" - deel gemeente - bestaande uit een aangepaste financiële nota met bijhorende toelichting en wijzigingen aan de strategische nota - en zoals opgenomen in bijlage - wordt vastgesteld.
Art. 2 - De aanpassing aan het meerjarenplan 2020-2025 "herziening 2 beginkrediet 2022"- deel OCMW - bestaande uit een aangepaste financiële nota met bijhorende toelichting en wijzigingen aan de strategische nota wordt vastgesteld onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door de raad van maatschappelijk welzijn.
Art. 3 - Het geïntegreerde aangepaste meerjarenplan 2020-2025 "herziening 2 beginkrediet 2022"- gemeente en OCMW - bestaande uit aangepaste financiële nota met bijhorende toelichting en wijzigingen aan de strategische nota - en zoals opgenomen in bijlage - wordt vastgesteld onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door de raad van maatschappelijk welzijn van haar deel. Het meerjarenplan is sluitend en voldoet aan de twee evenwichtsvereisten zijnde een positief beschikbaar budgettair resultaat van € 7.640 in 2025 en een positieve autofinancieringsmarge in 2025 van € 46.282
Art. 4 - Aanpassingen die niet vallen onder in de regelgeving voorziene aanpassingen van het meerjarenplan vallen in kader van interne organisatiebeheersing onder de bevoegdheid van de algemeen directeur en de door hem uitgewerkte regeling.
Art. 5 - Het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 "herziening 2 beginkrediet 2022" met bijhorende bijlagen zal binnen de wettelijke termijnen worden overgemaakt aan het OCMW en aan het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Agentschap Binnenlandse Bestuur en dit in de voorgeschreven vorm via het digitaal loket.
Bruno Tuybens, schepen
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van sommige rendabele belastingen.
De gemeentelijke opcentiemen onroerende voorheffing bedragen momenteel 819 opcentiemen en deze worden gehandhaafd.
Dit tarief blijft onder het gemiddelde van de met ons vergelijkbare gemeenten en dat van Vlaanderen.
Artikel 170, §4, van de Grondwet
Artikel 464/1, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen van 10 april 1992
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
Decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit
geen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 1 u 23 min 31 sec - 1 u 25 min 05 sec
Art. 1 - Voor het aanslagjaar 2022 worden ten bate van de gemeente 819 opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven. De belasting wordt geïnd volgens de regels bepaald voor de heffing van de belasting waar zij bij hoort.
Art. 2 – De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Art. 3 - Afschrift van onderhavig besluit zal aan de provinciegouverneur worden overgemaakt en aan de Vlaamse Belastingdienst, Onroerende Voorheffing, Vaartstraat 16 te 9300 Aalst.
Bruno Tuybens, schepen
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van rendabele belastingen.
Het voorgestelde tarief van aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor 2022 is 6,9 %. Dit is ongewijzigd ten opzichte van 2021.
Dit tarief blijft onder het gemiddelde van de met ons vergelijkbare gemeenten en dat van Vlaanderen.
Art. 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
geen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 1 u 25 min 06 sec - 1 u 26 min 40 sec
Art. 1 - Er wordt voor het aanslagjaar 2022 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 2 - De belasting wordt vastgesteld op 6,9 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Art. 3 - De vestiging en de inning van de gemeentebelastingen zullen door toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 en volgende van het wetboek van de inkomstenbelastingen.
Art. 4- Afschrift van dit besluit zal aan de provinciegouverneur worden overgemaakt en aan de Federale Overheidsdienst Financiën, Stafdienst Beleidsexpertise en – ondersteuning, Studiedienst, tav mevr. Anneliese D’haeseleer, North Galaxy – Toren B6, Koning Albert II-laan 33, bus 22, 1030 Brussel.
Tom Aelbrecht, voorzitter van de gemeenteraad
Art. 39 van het decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt. Art. 55 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen dezelfde deontologische code heeft als die welke is aangenomen voor de gemeenteraad. De deontologische code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid.
Art. 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 bepaalt dat art. 39 van het decreet over het lokaal bestuur ook van toepassing is op de raad voor maatschappelijk welzijn. De raad voor maatschappelijk welzijn moet dus juridisch gezien een eigen deontologische code vaststellen maar kan inhoudelijk dezelfde bepalingen bevatten.
"Wanneer er een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, kan een daarvoor opgerichte deontologische onderzoeksinstantie een onderzoek doen hiernaar.
De deontologische onderzoeksinstantie hierboven bedoeld wordt ambtshalve gevormd door de voorzitter en het raadslid met de grootste anciënniteit in de gemeenteraad van elke fractie. De anciënniteiten zijn deze zoals bepaald in het recentste gemeenteraadsbesluit houdende vaststelling van de rangorde van de raadsleden. Indien de voorzitter het raadslid is met de hoogste anciënniteit van zijn of haar fractie wordt in die fractie de volgende in de rangorde afgevaardigd. Indien deze zelf betrokken zijn worden ze vervangen door het verder aflopen van de rangorde binnen de fractie.
Indien door bovenstaande regel de afvaardiging enkel bestaat uit raadsleden van hetzelfde geslacht dan wordt te beginnen bij de grootste fractie de daar afgevaardigde vervangen door iemand van het andere geslacht ook op basis van rangorde te beginnen bij deze met de hoogste anciënniteit.
De instantie werkt als collegiaal orgaan en formuleert collegiaal het besluit van haar onderzoek en de al dan niet doorverwijzing naar de gemeenteraad die uiteindelijk als deontologische commissie een uitspraak dient te doen.
De algemeen directeur neemt het secretariaat waar van de deontologische onderzoeksinstantie en waakt over de neutraliteit van het onderzoek, de rechten van de verdediging en correcte verslaggeving.
De deontologische onderzoeksinstantie kan worden samengeroepen door de algemeen directeur, de voorzitter of indien de voorzitter betrokken is of bij het ontbreken van enige actie binnen de 2 maand na melding kan de deontologische onderzoeksinstantie gevat worden door elk lid van de instantie. De deontologische onderzoeksinstantie wordt voorgezeten door de voorzitter of bij betrokkenheid door het raadslid die het hoogste gerangschikt staat in de rangorde van de raadsleden.
De deontologische onderzoeksinstantie kan enkel oordelen over feiten die maximaal 2 maand oud zijn op het ogenblik van eerste melding."
Besluit van de gemeenteraad van 13.05.2019 houdende de aanneming van een deontologische code voor de lokale mandatarissen en vaststelling van de deontologische commissie
Besluit van de gemeenteraad van 28.10.2020 houdende goedkeuring van het voorstel tot verduidelijking en actualisering van de deontologische codex van
mandatarissen.
Verslag van het overleg van de werkgroep huishoudelijk reglement over de deontologische code van 19.10.2021
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017, art. 39, 55 en 74
Besluit van de Vlaamse regering van 6.07.2018 houdende het statuut van de lokale mandataris
Matthijs Verschraegen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 1 u 26 min 41 sec - 1 u 28 min 35 sec
DEONTOLOGISCHE CODE VOOR MANDATARISSEN
HOOFDSTUK 1 Toepassingsgebied
Artikel 1
De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.
Voor de gemeente worden hieronder begrepen:
de voorzitter van de gemeenteraad
de gemeenteraadsleden,
de burgemeester,
de schepenen.
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.
Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
Indien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
HOOFDSTUK 2 Enkele algemene bepalingen
Artikel 2
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
Artikel 3
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 4
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
Artikel 5
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Artikel 6
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
HOOFDSTUK 3 Informatiebemiddeling
Artikel 7
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Artikel 8
De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.
Artikel 9
Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.Artikel 10
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.
HOOFDSTUK 4 Administratieve begeleiding en ondersteuning
Artikel 11
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 12
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
Artikel 13
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.
HOOFDSTUK 5 Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten
Bespoedigingstussenkomsten
Artikel 14
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
Begunstigingstussenkomsten
Artikel 15
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 16
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 17
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.
Artikel 18
De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.
Artikel 19
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
louter informatieve vragen van algemene of technische aard
vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten
HOOFSTUK 6 Belangenvermenging en de schijn ervan
Artikel 20
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Toelichting De decreetgever heeft lokale mandatarissen op twee manieren beschermd tegen de verleiding van belangenvermenging en tegen de schijn daarvan:
De raden nemen beslissingen ten voordele van het algemeen belang. Daarom mogen lokale mandatarissen niet deelnemen aan de bespreking en stemming wanneer ze zelf een rechtstreeks belang hebben bij een dossier. Dat belang kan persoonlijk zijn, maar kan ook als vertegenwoordiger (bijvoorbeeld in de rol van voorzitter van een sportvereniging) of via de huwelijkspartner of de persoon waarmee de lokale mandataris wettelijk samenwoont. Een rechtstreeks ‘belang’ hoeft geen financieel belang te zijn, maar kan ook moreel van aard zijn. Zie artikel 3 van deze code. Lokale mandatarissen beoordelen in eerste instantie zelf of er sprake is van een rechtstreeks belang waardoor mogelijke belangenvermenging zou kunnen ontstaan tijdens de besluitvorming. Er zijn voorbeelden van besluiten die vernietigd werden omdat het zelfs nog maar aannemelijk was dat een lokale mandataris in een bepaalde zaak in de verleiding kon komen de belangen te vermengen. Het is dan ook belangrijk dat niet enkel het de lokale mandataris zelf, maar ook de hele raad erover waakt dat (de schijn van) belangenvermenging zo veel als mogelijk voorkomen wordt.
Drie suggesties die niet door de decreetgever opgelegd worden, maar wel het vertrouwen in de politiek kunnen versterken:
|
Artikel 21
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596
Artikel 22
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 23
Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Artikel 24
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.
Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10
Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 11
Artikel 25
Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §2 en §3
Artikel 26
Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.
Artikel 27
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zakendoet of waarin de gemeente een belang heeft.
Artikel 28
De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
HOOFDSTUK 7 Corruptie en de schijn ervan
Artikel 29
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Toelichting Dit artikel definieert corruptie voor lokale mandatarissen. In tegenstelling tot belangenvermenging kan corruptie of omkoping leiden tot strafrechtelijke vervolging. In dit hoofdstuk willen we niet alleen corruptie voorkomen, maar ook de schijn daarvan. Dit om het vertrouwen in de objectiviteit van de politiek te bewaken. |
Artikel 30
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245
Het aannemen van geschenken
Toelichting Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden, te corrumperen of de aanloop daartoe te vormen. Daarnaast kan de schijn ontstaan dat een lokale mandataris zich heeft laten beïnvloeden. Een lokale mandataris doet er daarom alles aan om dat te voorkomen. Dit vraagt om een uiterste terughoudendheid ten aanzien van geschenken. De hieronder staande regels zijn geformuleerd als een ‘Nee, tenzij’-regel: een lokale mandataris neemt geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om dit wel te doen. Een afwijking op deze regel dient bekendgemaakt te worden bij de algemeen directeur, die vervolgens bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn. De lokale mandataris zelf houdt het geschenk in ieder geval niet zelf. |
Artikel 31
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.
Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.
Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.
Artikel 32
Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 31 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming.
Artikel 33
De gemeenteraad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten
Toelichting Het accepteren van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die een zuivere besluitvorming kan aantasten. Het gaat hier om allerlei voorzieningen en mogelijkheden die iemand krijgt of mag gebruiken. Net zoals bij geschenken kan een lokale mandataris door het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten gecorrumpeerd raken. Ook hier kan de schijn van corruptie of partijdigheid ontstaan. |
Artikel 34
Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.
De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Artikel 35
Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)
Toelichting Lokale mandatarissen dienen de schijn van partijdigheid tegen te gaan en waar mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat bijvoorbeeld lunchen, dineren of naar recepties, concerten of sportwedstrijden gaan, op kosten van anderen, waar mogelijk moet worden vermeden. Enkel onder bepaalde voorwaarden kunnen uitnodigingen toch geaccepteerd worden. |
Artikel 36
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.
De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, …).
De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
Toelichting Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor reizen en verblijven op kosten van derden. Dat wordt in de regel met argwaan bekeken. Het is daar beter alle schijn te vermijden. |
Artikel 37
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.
HOOFDSTUK 8 Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Artikel 38
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Toelichting Lokale mandatarissen krijgen voor hun raadswerk de beschikking over een aantal faciliteiten en middelen van de lokale besturen. Daarnaast kan de gemeente (binnen het door de Vlaamse regering bepaalde kader) onkosten van lokale mandatarissen vergoeden. Terugbetaling daarvan geschiedt enkel wanneer volgende aan alle volgende voorwaarden voldaan is: De kosten houden verband met de uitoefening van het mandaat. De kosten zijn noodzakelijk. De kosten zijn bewezen. |
Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1
Artikel 39
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Toelichting Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn de terbeschikkingstelling van een laptop, tablet, … |
Artikel 40
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38
HOOFDSTUK 9 Omgaan met informatie
Artikel 41
De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.
Toelichting Het handelen van de overheid heeft grote invloed op het leven van burgers. De burger heeft dan ook het recht om goed geïnformeerd te worden over het overheidshandelen. De onderliggende redeneringen en afwegingen van beslissingen moeten duidelijk zijn. Het lokaal bestuur (politiek en ambtelijk) moet dan ook nauwkeurig en op tijd actief communiceren wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd. Sommige informatie mag echter niet bekendgemaakt en verspreid worden (bijvoorbeeld persoonlijke gegevens van burgers). Elke lokale mandataris is dan ook onderworpen aan een beroepsgeheim met betrekking tot de informatie die hij/zij specifiek uit hoofde van zijn/haar beroep kon verkrijgen (denk aan inzage in personeelsdossiers onder artikel 29 van het Decreet Lokaal Bestuur). De gemeenteraad vergadert in sommige (door de decreetgever bepaalde) gevallen ook in de beslotenheid. Dit gebeurt wanneer punten de persoonlijke levenssfeer raken, wanneer anders de openbare orde in het gedrang komt of wanneer er ernstige bezwaren zijn tegen de openbaarheid. Bij besloten vergaderingen geldt een geheimhoudingsplicht. De raad heeft het recht ook zelf geïnformeerd te worden. Het college verstrekt alle inlichtingen die een raadslid nodig heeft voor de uitoefening van zijn/haar taak. Daarnaast geeft het college inlichtingen die raadsleden mondeling of schriftelijk vragen. De wijze waarop dit gebeurt wordt vastgesteld in het huishoudelijk reglement. De lokale mandataris gaat altijd discreet, dat wil zeggen voorzichtig, om met de informatie verkregen door zijn/haar mandaat. Ook in de rol van informatieverstrekker aan de burger is de lokale mandataris zich bewust van het risico op belangenvermenging en corruptie. |
Artikel 42
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 43
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Toelichting Enkele voorbeelden van informatie die onder het beroepsgeheim valt: persoonlijke zaken uit personeelsdossiers of persoonlijke informatie van mensen die een sociale premie aanvragen. Deze gegevens moeten beschermd worden en kunnen dus niet gedeeld worden. |
Artikel 44
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458
Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4
Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28
Toelichting De geheimhoudingsplicht is niet absoluut. Het is bijvoorbeeld verboden om bij de aanstelling van de algemeen directeur gegevens openbaar te maken van kandidaten die besproken werden en het niet gehaald hebben, maar uiteraard is de beslissing wie uiteindelijk tot algemeen directeur benoemd werd, wel openbaar. Een lokale mandataris moet altijd goed afwegen welke informatie uit de besloten zitting al dan niet openbaar gemaakt kan worden. Een tip is om de beoordeling te doen aan de hand van de criteria die voorzien zijn in het decreet inzake de openbaarheid van bestuur. |
Artikel 45
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Toelichting Onder discretieplicht verstaan we de plicht om ten aanzien van derden voorzichtig om te gaan met informatie die een lokale mandataris heeft. Het gaat daarbij over bepaalde informatie niet verspreiden, maar ook over het plaatsen van bepaalde informatie in de juiste context en zich te realiseren dat informatie ook uit de context kan worden gehaald. |
Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2
Artikel 46
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 47
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
HOOFDSTUK 10 Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Artikel 48
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.
Toelichting Elk raadslid, elk lid van het college en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college en de raad met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek. |
Artikel 49
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Artikel 50
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 51
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
HOOFDSTUK 11 Naleving en handhaving van de deontologische code
Artikel 52
De gemeenteraad stelt regels op over het omgaan met de deontologische code en mogelijke schendingen ervan.
Toelichting Naast het vaststellen van een deontologische code met heldere gedragsregels is het van groot belang dat erop wordt toegezien dat deze daadwerkelijk worden nageleefd. In de deontologische code zijn immers de regels voor politieke mandatarissen opgenomen die gebaseerd op de geldende wetgeving. Ze leggen de voorwaarden vast waaraan het handelen van politieke mandatarissen minimaal moet voldoen. Wanneer mandatarissen zich niet aan deze regels houden, komen zij daarmee als het ware onder het morele minimum dat zij met elkaar hebben afgesproken. Een schending van de deontologische code is een schending van de integriteit van de politiek. De decreetgever stelt niet vast hoe en door wie de handhaving van de deontologische code van de gemeenteraad plaatsvindt. Het toezien op de naleving van de deontologische code is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. De gemeenteraad zal daarom onderlinge afspraken maken inzake de procedures en rollen aangaande de handhaving van de deontologische code. Hierin staan drie principes centraal: De handhaving is onpartijdig. Men is terughoudend met publiciteit. Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender. Daarnaast is het raadzaam om op gezette tijden de tekst van de deontologische codes tegen het licht te houden: voldoen de formuleringen nog? Over welke onderwerpen worden de meeste vragen gesteld? Is er behoefte aan een themabijeenkomst of andere vormen van gesprek? Op deze manier blijft de deontologische code een levend document. |
Artikel 53
De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
het voorkomen van mogelijke schendingen
het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code
Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 54
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Toelichting Het is belangrijk dat een lokale mandataris zich steeds voorafgaand aan een handeling de vraag stelt of deze wel in overeenstemming is met deze code. Bij twijfel kan de lokale mandataris contact opnemen met de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangeduid. Aanvullend daaraan kan de lokale mandataris ook steeds aftoetsen bij collega’s lokale mandatarissen of externe deskundigen zoals een stafmedewerker van de VVSG. |
Artikel 55
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Het signaleren van vermoedens van schendingen
Toelichting Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een andere lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, gaat hij/zij in eerste instantie te rade bij de algemeen directeur of het daartoe aangewezen personeelslid. Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, is het van belang dat er een aantal verdere processtappen zijn afgesproken waarbij een bepaalde persoon of instantie aangewezen is als meldpunt. |
Artikel 56
Wanneer er een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, kan een daarvoor opgerichte deontologische onderzoeksinstantie een onderzoek doen hiernaar.
De deontologische onderzoeksinstantie hierboven bedoeld wordt ambtshalve gevormd door de voorzitter en het raadslid met de grootste anciënniteit in de gemeenteraad van elke fractie. De anciënniteiten zijn deze zoals bepaald in het recentste gemeenteraadsbesluit houdende vaststelling van de rangorde van de raadsleden. Indien de voorzitter het raadslid is met de hoogste anciënniteit van zijn of haar fractie wordt in die fractie de volgende in de rangorde afgevaardigd. Indien deze zelf betrokken zijn worden ze vervangen door het verder aflopen van de rangorde binnen de fractie.
Indien door bovenstaande regel de afvaardiging enkel bestaat uit raadsleden van hetzelfde geslacht dan wordt te beginnen bij de grootste fractie de daar afgevaardigde vervangen door iemand van het andere geslacht ook op basis van rangorde te beginnen bij deze met de hoogste anciënniteit.
De instantie werkt als collegiaal orgaan en formuleert collegiaal het besluit van haar onderzoek en de al dan niet doorverwijzing naar de gemeenteraad die uiteindelijk als deontologische commissie een uitspraak dient te doen.
De algemeen directeur neemt het secretariaat waar van de deontologische onderzoeksinstantie en waakt over de neutraliteit van het onderzoek, de rechten van de verdediging en correcte verslaggeving.
De deontologische onderzoeksinstantie kan worden samengeroepen door de algemeen directeur, de voorzitter of indien de voorzitter betrokken is of bij het ontbreken van enige actie binnen de 2 maand na melding kan de deontologische onderzoeksinstantie gevat worden door elk lid van de instantie. De deontologische onderzoeksinstantie wordt voorgezeten door de voorzitter of bij betrokkenheid door het raadslid die het hoogste gerangschikt staat in de rangorde van de raadsleden.
De deontologische onderzoeksinstantie kan enkel oordelen over feiten die maximaal 2 maand oud zijn op het ogenblik van eerste melding.
Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 57
Wanneer er na vooronderzoek door de aangewezen instantie een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, kan opdracht gegeven worden tot het verrichten van een uitgebreid onderzoek hiernaar.
Het zich uitspreken over schendingen
Artikel 58
Wanneer vaststaat dat er sprake is van overtreding van een regel van de deontologische code, kan dit leiden tot een uitspraak van de gemeenteraad over de betreffende mandataris die de schending heeft begaan.
Toelichting Wanneer vaststaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, dan kan de raad zich hierover uit spreken. Hierbij dient zij proportioneel te zijn in de beoordeling: de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden spelen een belangrijke rol. Niet alle schendingen zijn even zwaar en moeten of kunnen op dezelfde manier worden beoordeeld. Schendingen die de zuiverheid van de besluitvorming raken, zoals belangenvermenging, corruptie en sommige kwesties rondom het gebruik van informatie, raken aan de kerntaak van politici en zijn om die reden het ernstigst. De gevolgen voor burgers en het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur zijn daar het meest in het geding. Bij dergelijke schendingen passen in de regel dan ook de zwaarste woorden, waarbij in sommige gevallen zelfs overgegaan kan worden tot strafrechtelijke vervolging. Een te lichte beoordeling die volgt op een ernstige schending kweekt onbegrip en tast de geloofwaardigheid aan. Hetzelfde geldt voor een te zware beoordeling op een lichte schending. Van belang is vervolgens om zowel verzwarende als verzachtende omstandigheden in kaart te brengen. Was er sprake van opzet? Van naïviteit? Is de politicus onder druk gezet door partijgenoten of anderen? Hoe ernstiger de schending en hoe duidelijker de overtreden regel, hoe minder snel er een verzachtende omstandigheid zal worden aangenomen. Er kunnen verschillende ‘sancties’ volgen voor de lokale mandataris dat de deontologische code overtreedt: politiek aangesproken worden eis publiek excuus afkeuring door partijen negatieve media-aandacht Het Decreet Lokaal Bestuur biedt de mogelijkheid tot het toepassen van formele sancties afhankelijk van de feiten (bijvoorbeeld de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid dat niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, schorsing of afzetting van uitvoerende mandatarissen). Sommige overtredingen van de deontologische code leveren daarnaast ook een strafbaar feit op waarvan aangifte kan of moet worden gedaan en die kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging. |
Evalueren van de deontologische code
Artikel 59
Minimaal één keer per bestuursperiode evalueren de fractievoorzitters tijdens het fractievoorzittersoverleg deze deontologische code. Ze bekijken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt. Het fractievoorzittersoverleg brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad.
Bijlage: wetteksten
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27, §1, §3 en §4 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet) |
§ 1. Het is voor een raadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:
1° aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;
2° de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of van een instantie tot het uitvoerend orgaan waarvan hij behoort.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.
§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.
§ 4. Als een gemeenteraadslid zich in de situatie, vermeld in paragraaf 1, bevindt, moet dat punt op de vergadering behandeld worden, en kan de vergadering niet gesloten worden voor het punt in kwestie is behandeld of voor beslist is om het punt uit te stellen.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten, artikel 8 |
§ 1. Onverminderd de toepassing van andere verbodsbepalingen die voortvloeien uit een wet, een decreet, een ordonnantie, een reglement of statuut, is het elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbestedende overheid verbonden is, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing en de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenvermenging met een kandidaat of inschrijver.
§ 2. Deze belangenvermenging wordt alleszins vermoed te bestaan:
1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent;
2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1 zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of via een tussenpersoon, een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent.
De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een van deze toestanden bevindt, is verplicht zichzelf te wraken.
§ 3. Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in § 1, zelf of via een tussenpersoon, een of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbestedende overheid daarvan in kennis te stellen.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek van 21 maart 1804, zoals gewijzigd, artikel 1596 |
Bij een openbare verkoping mogen, op straffe van nietigheid, noch door henzelf noch door tussenpersonen, kopers worden:
Voogden, wat betreft de goederen van hen over wie zij de voogdij hebben;
Lasthebbers, wat betreft de goederen met de verkoop waarvan zij belast zijn;
Bestuurders, wat betreft de goederen van de gemeenten of van de openbare instellingen, die aan hun zorg zijn toevertrouwd;
Openbare ambtenaren, wat betreft de goederen van de Staat, waarvan de verkoop door hun tussenkomst geschiedt.
Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 10 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet) |
De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad:
1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;
3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;
4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;
5° de leden van een districtsraad;
6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;
7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.
Als bloed- of aanverwanten in een graad als vermeld in het eerste lid, 7°, of twee echtgenoten worden verkozen bij dezelfde verkiezing, wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de zetels die kandidaten hebben verkregen aan hun lijst zijn toegekend.
Als twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten worden verkozen, de ene tot raadslid, de andere tot opvolger, geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen voor de verkiezing van zijn bloed- of aanverwant of echtgenoot. Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald volgens de tijdsorde van de vacatures.
Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.
Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dat geldt niet bij een huwelijk tussen raadsleden en als er een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, is afgelegd.
De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door de beëindiging van het wettelijk samenlevingscontract.
Overeenkomstig artikel 71 en 72 van de Nieuwe Gemeentewet is het eerste lid, 1° en 2°, ook van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan de ambten, vermeld in deze bepalingen.
Onverenigbaarheden: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 11 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet) |
Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als gemeenteraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het mandaat dat aan hem toegekend is.
Een gemeenteraadslid dat tijdens zijn mandaat in een met zijn mandaat onverenigbare situatie terechtkomt en dat binnen vijftien dagen na het tot hem gerichte verzoek van de voorzitter van de gemeenteraad geen einde maakt aan die situatie, wordt door de gemeenteraad vervallen verklaard van zijn mandaat, overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, § 2 en § 3, nadat het betrokken gemeenteraadslid is gehoord.
Als de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, na de vervallenverklaring zijn mandaat blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.
Verboden handelingen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27 §2 en §3 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet) |
§ 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:
1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.
§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.
Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 245 |
Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen of door schijnhandelingen, enig belang, welk het ook zij, neemt of aanvaardt in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie waarover hij ten tijde van de handeling geheel of ten dele het beheer of het toezicht had, of die, belast met de ordonnancering van de betaling of de vereffening van een zaak, daarin enig belang neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar, en met geldboete van 100 [euro] tot 50 000 [euro] of met één van die straffen en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De voorafgaande bepaling is niet toepasselijk op hem die in de gegeven omstandigheden zijn private belangen door zijn betrekking niet kon bevorderen en openlijk heeft gehandeld.
Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de bezoldigingsregeling van de lokale en provinciale mandataris, artikel 35 §1 |
Art. 35. §1. Alleen kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat, kunnen worden terugbetaald.
De kosten, vermeld in het eerste lid, worden gestaafd met bewijsstukken.
Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 38 |
De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;
(…)
Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 458 |
Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.
Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 29 §4 |
§ 4. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen als vermeld in het eerste lid wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.
Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 28 |
§ 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
De vergaderingen over de beleidsrapporten, vermeld in artikel 249, zijn in elk geval openbaar.
§ 2. De besloten vergadering kan alleen plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken.
Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd, artikel 10 §2 |
§ 2. De aanbestedende instantie en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van het plaatsen en de uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.
Zolang de aanbestedende instantie geen beslissing heeft genomen over, naargelang het geval, de selectie of kwalificatie van de kandidaten of deelnemers, de regelmatigheid van de offertes, de gunning van de opdracht of de beslissing om af te zien van het plaatsen van de opdracht, hebben de kandidaten, deelnemers, inschrijvers en derden geen toegang tot de documenten betreffende de procedure, met name de aanvragen tot deelneming of kwalificatie, de offertes en de interne documenten van de aanbestedende instantie.
Enig artikel - De deontologische code wordt aangepast en gehercoördineerd zoals opgenomen in bijlage.
Eric De Vriendt, burgemeester
Het Koninklijk Besluit van 24 april 2014 en de wet op de civiele veiligheid bepaalt dat beleidsbeslissingen in het meerjarenplan van de zone met grote impact op de gemeenten dienen te worden goedgekeurd door de gemeenteraden binnen de zone.
De brandweerzone Vlaamse Ardennen maakte ons haar budgetwijziging 2021 en budget 2022 over met oog op goedkeuring door de gemeenteraad van de dotatie voor 2021 (aangepaste) en 2022.
De gemeentelijke toelage voor 2022 bedraagt:
exploitatie: € 209.453
investeringen: € 44.781
De gevraagde bedragen inzake investeringstoelagen na verhoging voor 2021/VD 2020 bedragen:
investeringen: € 11.424.
Budget 2022 van de brandweerzone Vlaamse Ardennen
Budgetwijziging 2021/1 van de brandweerzone Vlaamse Ardennen
Wet betreffende de civiele veiligheid van 15.05.2007
Koninklijk besluit van 24.04.2014 tot vaststelling van de minimale inhoud en de structuur van het meerjarenbeleidsplan van de hulpverleningszones
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
geen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 1 u 28 min 36 sec - 1 u 30 min 08 sec
Art. 1 - De gemeentelijke bijdrage aan de brandweerzone Vlaamse Ardennen voor 2022 ten bedrage van € 209.453 (exploïtatie) en € 44.781 (investeringen) wordt goedgekeurd.
De gevraagde investeringstoelage voor 2021/VD 2020 wordt goedgekeurd voor een bedrag van € 11.424.
Art. 2 - Afschrift wordt bezorgd aan de brandweerzone en aan de federale diensten van de provinciegouverneur.
Eric De Vriendt, burgemeester
De politiezone dient over een goedkeuringsbesluit te beschikken ivm de gemeentelijke dotaties in 2022. Dit is nodig opdat hun budget kan goedgekeurd worden door de toezichthoudende overheid gezien die wil afstemmen of alle deelnemende gemeenten akkoord zijn over de dotatie. Ook voor 2021 wordt nog een wijziging doorgevoerd aan de dotatie inzake investeringen.
De dotatie van Zwalm aan de politiezone bedraagt voor 2022:
-voor exploïtatie: € 815.018
-voor investeringen: € 111.827.
De verlaagde investeringstoelage voor 2021 bedraagt: € 42.573,29
De dotatie en het budget(wijziging) kwam tot stand in overleg met de gemeente.
Budget 2022 van de politiezone Brakel-Horebeke-Maarkedal-Zwalm
Budgetwijziging 2021/1 van de politiezone Brakel-Horebeke-Maarkedal-Zwalm
Wet op de geïntegreerde politie
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
geen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 1 u 30 min 09 sec - 1 u 31 min 36 sec
Art. 1 - De gemeentelijke bijdrage aan de politiezone Brakel-Horebeke-Maarkedal-Zwalm voor 2022 ten bedrage van € 815.018 (exploïtatie) en € 111.827 (investeringen) wordt goedgekeurd. De verlaagde investeringstoelage voor 2021 bedraagt € 42.573,29.
Art. 2 - Afschrift wordt bezorgd aan de politiezone en aan de federale diensten van de provinciegouverneur.
Peter Van Den Haute, schepen
Sedert 01.01.2020 is de fusie van de Zwalmse kerkfabrieken een feit. De gemeenteraad adviseerde deze fusie positief bij gemeenteraadsbesluit van 20.06.2019 en de minister keurde de fusie ook goed bij ministerieel besluit van 15.07.2019. Derhalve is er nog slechts 1 kerkfabriek op ons grondgebied, nl de kerkfabriek Alle Heiligen.
Op 30 september 2021 diende deze kerkfabriek een budget 2022 en wijziging van haar meerjarenplan 2020-2025 in.
Het aangepaste ingediende meerjarenplan ziet er samengevat als volgt uit:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | totaal | |
exploitatie toelage |
16.720,21 | 61.513,66 | 42.016,70 | 42.746,84 | 43.497,40 | 44.252,23 | 250.747,04 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | totaal | |
investeringen toelage |
5.002 | 0 | 50.000 | 0 | 0 | 0 | 55.002 |
Het budget 2022 kan als volgt worden samengevat :
-exploitatietoelage : €22.085,90
-investeringstoelage : €0,00.
Het college stelt voor de investeringstoelage van € 50.000 opgenomen in het meerjarenplan ambtshalve te schrappen in kader van het hier uit te oefenen goedkeuringstoezicht gezien er geen strategische nota is gevoegd bij deze meerjarenplanaanpassing en gezien er geen voorafgaande bespreking was met het gemeentebestuur omtrent toekomstige investeringen. Ook in het advies van het bisdom staan de investeringen voor 2022 op € 0.
Meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van de kerkfabriek Alle Heiligen
Budget 2022 van de kerkfabriek Alle Heiligen
Advies bisdom van 26.10.2021
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
Decreet van 7.05.2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten en latere wijzigingen
Besluit van de Vlaamse regering van 13.10.2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en latere wijzigingen
Johan De Bleecker, Louis Ide, Peter Van Den Haute
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 1 u 31 min 37 sec - 1 u 39 min 52 sec
Art. 1 - Het meerjarenplan van de kerkfabriek Alle Heiligen wordt goedgekeurd mits ambtshalve schrapping van de € 50.000 investeringstoelage opgenomen in het jaar 2022 die ambtshalve teruggebracht wordt naar € 0. De MAR 3100 en 4100 worden teruggebracht tot € 0.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | totaal | |
exploitatie toelage |
16.720,21 | 61.513,66 | 42.016,70 | 42.746,84 | 43.497,40 | 44.252,23 | 250.747,04 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | totaal | |
investeringen toelage |
5.002 | 0 | 50.000 0 | 0 | 0 | 0 | 55.002 5.002 |
Art. 2 - Er wordt kennis genomen van het budget 2022 van de kerkfabriek Alle Heiligen dat past binnen het aangepaste ambtshalve aangepaste meerjarenplan 2020-2025
Het budget 2021 voorziet volgende toelagen van de gemeente:
-exploitatietoelage : € 22.085,90
-investeringstoelage : € 0,00
Art. 3 - Afschrift zal worden bezorgd aan het kerkbestuur.
Peter Van Den Haute, schepen
De gemeente Zwalm neemt deel aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband TMVW ov.
De gemeente wordt opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van TMVW op 17.12.2021 die bijeengeroepen werd per aangetekend schrijven van 13.10.2021
De algemene vergadering van TMVW van 17.12.2021 heeft volgende agenda
1. Wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. artikel 432 DLB)
4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB )
5. Samenwerkingsverband De Watergroep - FARYS (cfr artikel 472 DLB)
6. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
7. Statutaire benoemingen
Varia
De gemeenteraad wordt gevraagd zijn goedkeuring te verlenen aan deze agenda. Aan de aangeduide vertegenwoordiger/plaatsvervangend vertegenwoordiger - Peter Van Den Haute of Tom Aelbrecht - wordt opgedragen om namens het bestuur zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad m.b.t. deze algemene vergadering.
Aangetekende brief dd. 13.10.2021 en e-mail van TMVW dd. 13.10.2021
Gemeenteraadsbesluit van 18.05.2020 betreffende TMVW ov - aanduiding van één vertegenwoordiger en één plaatsvervanger in de algemene vergaderingen van TMVW ov.
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
geen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 1 u 39 min 53 sec - 1 u 41 min 10 sec
Art. 1 - De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan de punten op de agenda van de algemene vergadering TMVW ov van 17.12.2021 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten
1. Wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. artikel 432 DLB)
4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB )
5. Samenwerkingsverband De Watergroep - FARYS (cfr artikel 472 DLB)
6. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
7. Statutaire benoemingen
Varia
Art. 2 - De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger/plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de algemene vergadering van TMVW ov vastgesteld op 17.12.2021, te onderschrijven en haar/zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.
Art. 3 - Een afschrift van dit besluit zal :
gestuurd worden.
Francia Neirinck, schepen
In uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Zwalm besliste de gemeenteraad op 20 juni 2019 om het woonuitbreidingsgebied van Rozebeke te herbestemmen naar een open ruimte bestemming. Rozebeke is een niet-geselecteerde kern in het buitengebied. Bijgevolg is een kernversterkende ontwikkeling door de invulling van het woonuitbreidingsgebied niet aan de orde.
Op 25 maart 2021 werd het ontwerp RUP voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad. Hierna werd gedurende 60 dagen een openbaar onderzoek georganiseerd. In het kader van dit openbaar onderzoek werden 4 reacties ontvangen, namelijk 2 gunstige adviezen van de hogere overheidsinstanties (als bijlagen 1 en 2 opgenomen in het GECORO-advies van 13 juli 2021) en 2 reacties van omwonenden. Door de GECORO werd vervolgens in zitting van 13 juli 2021 naar aanleiding van dit openbaar onderzoek volgend unaniem advies verleend: "de GECORO heeft kennis genomen van de 2 gunstige adviezen van de hogere overheidsinstanties (provincie en gewest) en van de 2 reacties van omwonenden. Al deze reacties liggen allemaal in dezelfde lijn en ondersteunen de schrapping van het woonuitbreidingsgebied naar een gemengd openruimtegebied. De GECORO adviseert de schrapping verder te zetten naar dit gemengd openruimtegebied zoals vervat in het ontwerp van RUP”.
Overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt nu aan de gemeenteraad gevraagd het definitief ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) woonuitbreidingsgebied Rozebeke, zoals opgemaakt door SOLVA, definitief vast te stellen.
Subsidietoets: de aan te vragen subsidie voor de opmaak van plannen ter inrichting van de open ruimte wordt geraamd op 4.883,90 euro (4,8839 ha x 1.000 euro/ha).
Gemeenteraadsbesluit van 25.03.2021 houdende "Ontwerp gemeentelijk RUP woonuitbreidingsgebied Rozebeke versie 3.0 - voorlopige
vaststelling"
Definitief ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) woonuitbreidingsgebied Rozebeke en bijhorende stukken
Diverse adviezen GECORO
Besluit van de Vlaamse Regering van 20.10.2000 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
Artikel 2.2.1 en volgende van de VCRO
Bruno Tuybens
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 1 u 41 min 11 sec - 1 u 44 min 08 sec
Art. 1 - De gemeenteraad stelt het definitief ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) woonuitbreidingsgebied Rozebeke, zoals opgemaakt door SOLVA en opgenomen in bijlage, definitief vast.
Art. 2 - Het definitief ontwerp van GRUP wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de GECORO onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, en aan het departement Omgeving. De definitieve vaststelling zal met deze goedkeurende instanties worden uitgewisseld via mail.
Art. 3 - Het college van burgemeester en schepenen is belast met de aanvraag tot subsidie.
Francia Neirinck, schepen
De gemeente Zwalm wenst een masterplan met een ruimtelijke toekomstvisie uit te tekenen voor haar open ruimte en de 12 dorpen. Het verbeteren en het borgen van de ruimtelijke kernkwaliteiten en het versterken van de eigenheid van de open ruimte en de dorpen staan centraal in de onderzoeksopdracht.
De gemeente Zwalm ambieert met deze onderzoeksopdracht een transparant en samenhangend lokaal ruimtelijk beleid te ondersteunen met een inzet op de verbetering van eenheid en eigenheid, functionele en visuele attractiviteit en levendigheid van de verschillende kernen ingebed in een duurzame en goed functionerende open ruimte. Zwalm is een unieke buitenruimte van Vlaanderen. De gemeente wil deze positie behouden en laten sporen met vernieuwing en eigentijdse evolutie en dynamiek.
Met de opmaak van een masterplan wil de gemeente beschikken over een helder, integraal beleidskader en handvaten voor beeldregie om nieuwe ontwikkelingen, behoeftes en bouwopgaves eenduidig te sturen op eenheid, samenhang en ruimtelijke kwaliteit. Het masterplan moet sturende concepten, open modellen, concrete inrichtingsschetsen en handreikingen aanbrengen.
Daarnaast wil de gemeente Zwalm een operationeel beoordelingsinstrument in handen hebben om nieuwe bouwopgaven en ontwikkelingen of vergunningsaanvragen te beoordelen. Voorstellen van andere beleidsmaatregelen voor kwaliteitsborging en sturing zullen dit kader aanvullen.
Zwalm wil ruimtelijke kwaliteit met een hoge gebruiks- en belevingswaarde voor inwoners en bezoekers en wil deze waarde voor de toekomst behouden en waarborgen. Hiervoor vragen zij innovatieve, unieke en geïntegreerde toekomstperspectieven voor wonen, werken, publieke ruimte, landbouw, natuur, erfgoed, klimaat, recreatie, toerisme, landschapsbeleving, landschapsvoorzieningen en energieopwekking uit te werken. Er zijn al heel wat beleidsvisies en analyses in de gemeente ontwikkeld, die als basis voor deze onderzoeksopdracht dienen. Om een breed draagvlak over alle beleidsdomeinen heen en bij diverse belanghebbenden te bekomen, koppelt de gemeente een breed communicatie- en participatietraject aan deze onderzoeksopdracht.
Dit verhaal werd toegelicht in de GECORO van 13 juli 2021. De GECORO steunde de samenwerking met de Vlaamse Bouwmeester, een meerwaarde, en apprecieerde de gegeven vroege betrokkenheid bij deze onderzoeksopdracht en was nieuwsgierig naar het vervolg. Met de punten die kwamen uit de vraagstelling van de GECORO, werd verder rekening gehouden in het bestek.
In het kader van de opdracht “Masterplan Zwalm, een duurzaam toekomsttraject voor de open ruimte en de 12 dorpen, beleidskader ruimtelijke kwaliteit en beeldregie” werd een bestek met nr. 2021/618 opgesteld door de dienst stedenbouw.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 132.495,00 (inclusief BTW).
De raming is opgebouwd als volgt:
De onderzoeksopdracht dient door elke ontwerper te worden gedaan aan € 105.000 exclusief BTW = het bedrag dat vermeld staat in het bestek.
De zoektocht naar een geschikte ontwerper wenst de gemeente samen te doen met de Vlaamse Bouwmeester middels “de oproep aan geïnteresseerden (OAG)”. De bedoeling is ontwerpers te triggeren via een oproep van de Vlaamse Bouwmeester (= een marktverkenning) waaruit vervolgens in overleg met de Vlaamse Bouwmeester 3 ontwerpers worden aangeduid die dan elk hun offerte kunnen indienen tegen vergoeding (= 3 x 1.500 per offerte exclusief BTW).
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 0600-00/2140000/BESTUUR/CBS/0/BD7-IP3 (actie 732).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking na een marktverkenning via "de oproep aan geïnteresseerden".
Bestek nr 2021/618
GECORO-verslag van 13.07.2021
De wet van 17.06.2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17.06.2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 214.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18.04.2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 2°.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22.12.2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Johan De Bleecker, Francia Neirinck
De vergadering werd even geschorst tijdens de behandeling van dit punt.
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 1 u 44 min 09 sec - 2 u 2 min 0 sec
Art. 1 - Het bestek met nr. 2021/618 en de raming voor de opdracht “Masterplan Zwalm, een duurzaam toekomsttraject voor de open ruimte en de 12 dorpen, beleidskader ruimtelijke kwaliteit en beeldregie”, opgesteld door de dienst stedenbouw, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 132.495,00 (inclusief BTW).
Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3 - De in artikelen 1 en 2 bedoelde opdracht zal voorafgaandelijk aan de te voeren onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking in samenwerking met de Vlaamse Bouwmeester in de markt gezet worden via een marktverkenning genaamd "oproep aan geïnteresseerden". De na deze oproep en bijhorende selectie weerhouden 3 ontwerpers/kandidaten worden voor deelname aan de eigenlijke onderhandelingsprocedure uitgenodigd. Deze 3 ontwerpers krijgen vervolgens elk een vergoeding van € 1.500 exclusief BTW bij indiening van een geldige offerte.
Francia Neirinck, schepen
Op 17 december 2020 heeft de gemeenteraad een verordening tot invoeren van een verplicht conformiteitsattest voor verhuurde, te huur aangeboden of ter beschikking gestelde woningen vastgesteld.
De Vlaamse Minister van Wonen heeft op 18 maart 2021 voormelde verordening goedgekeurd.
Gemeenten hebben de mogelijkheid om een GAS-boete op te leggen als de verplichting niet wordt nageleefd.
Bovendien kunnen gemeenten een jaarlijks terugkerende aanvraagverplichting opleggen zolang niet aan de verplichting tot het hebben van een conformiteitsattest is voldaan. Die jaarlijks terugkerende verplichting kan dan jaarlijks opnieuw gehandhaafd worden door het opleggen van een GAS-boete.
De mogelijkheid voor gemeenten om een conformiteitsattest te verplichten, is een belangrijk instrument voor het lokale woningkwaliteitsbeleid. De kwaliteit van het huurwoningpatrimonium in de gemeente kan op die manier in kaart gebracht worden, bewaakt en opgevolgd worden. De verplichting legt een verantwoordelijkheid bij de eigenaars en vormt voor die eigenaars een aansporing en aanmoediging om bewust om te gaan met de minimale kwaliteit van de woning die ze verhuren.
Om die aanpak alle kansen te geven, is het passend om de verplichting te handhaven via een GAS-boete die jaarlijks kan worden opgelegd. Het maximumbedrag dat kan worden opgelegd is 350 euro.
De volgende mogelijke stap in het handhavingsverhaal, is de opstart van de procedure tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring van de woning. Die procedure is uitgewerkt in de Vlaamse regelgeving.
Gemeenteraadsbesluit van 17.12.2020 houdende goedkeuring van een verordening tot invoeren van een verplicht conformiteitsattest voor verhuurde, te
huur aangeboden of ter beschikking gestelde woningen
Gemeenteraadsbesluit van 17.12.2020 houdende de beperking van de geldigheidsduur van het verplichte conformiteitsattest
Gemeenteraadsbesluit van 17.12.2020 houdende goedkeuring van het belastingsreglement tot invoering van een contantbelasting op het aanvragen van een conformiteitsattest
Wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-boetes), artikel 2, § 1
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22.12.2017, artikel 40, § 3
Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder de artikelen 3.1-7 en 3.9
Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder de artikelen 3.3-10
geen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 2 u 2 min 01 sec - 2 u 4 min 57 sec
Verordening tot invoeren van een verplicht conformiteitsattest voor verhuurde, te huur aangeboden of ter beschikking gestelde woningen
Art. 1 - Voor elke woning die verhuurd wordt, te huur of ter beschikking wordt gesteld als hoofdverblijfplaats of met het oog op de huisvesting van één of meer studenten, moet een geldig conformiteitsattest kunnen worden voorgelegd.
Deze verplichting wordt gefaseerd ingevoerd voor alle nieuwe verhuringen, tehuurstellingen en terbeschikkingstellingen vanaf 1 januari 2022 en gefaseerd op basis van het kadastraal bouwjaar van de woning:
- vanaf 1 januari 2022 voor woningen met kadastraal bouwjaar vóór 1974;
- vanaf 1 januari 2024 voor woningen met kadastraal bouwjaar vóór 1996;
- vanaf 1 januari 2026 voor alle woningen, ongeacht de ouderdom van de woning.
Zolang niet aan die verplichting is voldaan, bestaat een jaarlijks terugkerende verplichting om het conformiteitsattest alsnog aan te vragen.
Art. 2 - Het conformiteitsattest heeft een beperkte geldigheidsduur zoals vastgelegd in de gemeentelijke verordening ‘beperkte geldigheidsduur conformiteitsattest’.
Art. 3 - De kostprijs voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest is deze zoals vastgesteld in het gemeentelijke reglement houdende een contantbelasting op het aanvragen van een conformiteitsattest.
Art. 4 - Inbreuken op deze verordening kunnen gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete. De administratieve geldboete bedraagt max 350 euro en wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar conform de procedure vervat in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Art. 1 - Het besluit van de gemeenteraad van 17.12.2020 houdende goedkeuring van de verordening tot invoeren van een verplicht conformiteitsattest voor verhuurde, te huur aangeboden of ter beschikking gestelde woningen wordt opgeheven.
Art. 2 - De verordening tot invoeren van een verplicht conformiteitsattest voor verhuurde, te huur aangeboden of ter beschikking gestelde woningen wordt vastgesteld zoals opgenomen in bijlage.
Art. 3 - Deze verordening wordt bekendgemaakt conform het decreet lokaal bestuur en treedt in werking na goedkeuring door de Vlaamse Minister van Wonen.
Art. 4 - Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Vlaamse Minister van Wonen, SOLVA, de gemeentelijke en provinciale sanctionerende ambtenaren, de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en de griffie van de politierechtbank alsook aan de zonechef van de politiezone Brakel-Zwalm-Maarkedal-Horebeke.
Art. 5 - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering.
Francia Neirinck, schepen
De gemeente neemt deel aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVLA.
De gemeente wordt opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van IVLA op 16.12.2021 die bijeengeroepen werd via e-mail van 25.10.2021.
De algemene vergadering van IVLA van 16.12.2021 heeft volgende agenda:
1. Beleidsnota 2022 (de beleidsnota werd geïmplementeerd in het beleidsplan 2020-2025)
2. Begroting IVLA 2022 (werkingsbijdrage 2022 + voorschotfactuur 2022)
3. Varia
De gemeenteraad wordt gevraagd zijn goedkeuring te verlenen aan deze agenda. Overeenkomstig het gemeenteraadsbesluit van 28.02.2019 betreffende Intergemeentelijke vereniging voor beheer van afvalstoffen Vlaamse Ardennen (I.Vl.A.) - Aanduiding vertegenwoordigers voor de legislatuur 2019-2024 - goedkeuring agenda bijzondere algemene vergadering zal Francia Neirinck de gemeente Zwalm vertegenwoordigen en zal haar opgedragen worden het stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad m.b.t. deze algemene vergadering
Gemeenteraadsbesluit van 28.02.2019 betreffende Intergemeentelijke vereniging voor beheer van afvalstoffen Vlaamse Ardennen (I.Vl.A.) - Aanduiding vertegenwoordigers voor de legislatuur 2019-2024 - goedkeuring agenda bijzondere algemene vergadering
E-mail van IVLA van 25.10.2021 met bijhorende stukken
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
geen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 2 u 4 min 58 sec - 2 u 6 min 15 sec
Art. 1- De agenda van de algemene vergadering van IVLA van 16.12.2021, bepaald als volgt, wordt goedgekeurd:
1. Beleidsnota 2022 (de beleidsnota werd geïmplementeerd in het beleidsplan 2020-2025)
2. Begroting IVLA 2022 (werkingsbijdrage 2022 + voorschotfactuur 2022)
3. Varia
Art. 2 - De vertegenwoordiger van de gemeente Zwalm wordt opgedragen in de algemene vergadering van IVLA van 16.12.2021 het stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige raadsbeslissing.
Art. 3 - Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan het secretariaat van IVLA.
Francia Neirinck, schepen
De gemeente wordt opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van Solva op 21.12.2021 die bijeengeroepen werd per brief van 3.11.2021.
De algemene vergadering van SOLVA van 21.12.2021 heeft volgende agenda:
1. Goedkeuring schriftelijke en digitale vergaderwijze wegens uitzonderlijke omstandigheden (indien noodzakelijk)
2. Samenstelling van het bureau
3. Actieplan en budget 2022
4. Benoeming van bestuurders voor mandaten opengevallen sinds de laatste Algemene Vergadering
5. Varia.
De gemeenteraad wordt gevraagd zijn goedkeuring te verlenen aan deze agenda.
Overeenkomstig het gemeenteraadsbesluit van 28.02.2019 betreffende Solva - Aanduiding vertegenwoordigers voor de legislatuur 2019-2024 - goedkeuring agenda algemene vergadering zal Francia Neirinck de gemeente Zwalm vertegenwoordigen en opgedragen worden haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad m.b.t. deze algemene vergadering.
Gemeenteraadsbesluit van 28.02.2019 betreffende Solva - Aanduiding vertegenwoordigers voor de legislatuur 2019-2024 - goedkeuring agenda bijzondere algemene vergadering
Brief van Solva dd. 3.11.2021 met bijhorende stukken
Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017
geen
Audio-visuele opname van de virtuele vergadering: https://www.youtube.com/watch?v=lNFg0d2Qx7I&t=5796s - Tijdsblok audio: 2 u 6 min 16 sec - 2 u 7 min 44 sec
Art. 1 - De agenda van de algemene vergadering van SOLVA van 21.12.2021, bepaald als volgt, wordt goedgekeurd:
1. Goedkeuring schriftelijke en digitale vergaderwijze wegens uitzonderlijke omstandigheden (indien noodzakelijk)
2. Samenstelling van het bureau
3. Actieplan en budget 2022
4. Benoeming van bestuurders voor mandaten opengevallen sinds de laatste Algemene Vergadering
5. Varia.
Art. 2 - De vertegenwoordiger van de gemeente Zwalm wordt opgedragen in de algemene vergadering van SOLVA van 21.12.2021 haar stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige raadsbeslissing.
Art. 3 - Afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan het secretariaat van SOLVA.
Namens de gemeenteraad,
Philip Lefever
Algemeen directeur
Tom Aelbrecht
Voorzitter Gemeenteraad