Besluit  de gemeenteraad

Voorwerp en motivering

De gemeenteraad van 06.12.2011 keurde een reglement goed voor het toestaan van renteloze leningen aan erkende sportverenigingen.  Hierdoor konden zij tot € 12.500 renteloos lenen bij het gemeentebestuur. Het ter beschikking stellen van een renteloze lening voor de financiering van investeringen in infrastructuur is een gepaste aanvulling bij het reeds bestaande subsidiebeleid ten aanzien van sportverenigingen en is bedoeld om de dagelijkse werking te ondersteunen.
De financiële instellingen tonen weinig bereidheid om de verenigingen op lange termijn te financieren en als dit toch wordt toegestaan gaat dit gepaard met meestal hoge kosten ten laste van de ontlener.
Het zou dan ook niet verantwoord zijn dat een vereniging zijn gewone werkingsmiddelen dient te besteden aan investeringsuitgaven en aldus zijn werking aan kwaliteit zou inboeten mede gelet op het maatschappelijk belang van hun werking.
De financieringstechniek via renteloze leningen heeft een grote responsabilisering van de begunstigde verenigingen voor gevolg en vermits het bedrag van de lening, gespreid in de tijd, aan de gemeente wordt terugbetaald zullen de financiële repercussies voor de gemeente over de looptijd van de lening eerder beperkt blijven.
Zoals reeds gesteld werden de modaliteiten voor de financiering van investeringsuitgaven door het ter beschikking stellen van een renteloze lening vastgelegd in een reglement goedgekeurd door de gemeenteraad van 06.11.2011.

Het college wenst in dit reglement de opnamecapaciteit te verhogen van €12.500 naar €50.000 en hier en daar kleine tekstuele aanpassingen/updates te doen.
Investeringen kosten snel veel geld en € 12.500 is dan wat laag.
Ook een aangepast ontwerp van het leningscontract dat door de ontlener dient te worden afgesloten dient te worden goedgekeurd.
Het ontwerpreglement werd voorgelegd aan de sportraad.

Verwijzingen

Advies algemene vergadering sportraad van 28.11.2023
Ontwerpreglement voor het toestaan van renteloze leningen aan erkende sportverenigingen
Gemeenteraadsbesluit van 06.12.2011 houdende renteloze leningen aan sportclubs

Regelgeving

Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017

Bijlage

Bijlage 1 - Reglement voor het toestaan van renteloze leningen aan erkende sportverenigingen

Hoofdstuk I - Algemene bepalingen

Artikel 1
Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op in het meerjarenplan, kan aan Zwalmse sportverenigingen een renteloze lening worden verleend volgens de normen en voorwaarden die in dit reglement worden vastgesteld.

Artikel 2
Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van een renteloze lening moeten de sportverenigingen aan de volgende voorwaarden voldoen:
a.         door het gemeentebestuur van Zwalm erkend zijn als sportvereniging volgens het
            geldende reglement terzake op het moment van de goedkeuring van de lening door het college van burgemeester en schepenen;
b.         rechtspersoonlijkheid bezitten;
c.         aanvaarden om binnen de bepalingen van dit reglement, verantwoording af te leggen ten           aanzien van het gemeentebestuur over de aanwending van de renteloze lening.

Artikel 3
Renteloze leningen worden toegekend voor volgende projecten: renovatie, energetische investeringen, aanpassings- en/of verbouwingswerken aan en/of nieuwbouw van sportinfrastructuur (inclusief aanhorigheden zoals bijvoorbeeld een parking), aankoop van gronden en/of gebouwen voor gebruik als sportinfrastructuur, aanleg van sportvelden, met ligging op het grondgebied van de gemeente Zwalm, en aankoop van duurzaam materieel. De infrastructuur dient uitgebaat te worden door de aanvrager, mag niet permanent en geheel of gedeeltelijk aan derden verhuurd en moet hoofdzakelijk vergund zijn.

Artikel 4
Bij toekenning van een renteloze lening aan een sportvereniging, wordt een overeenkomst afgesloten tussen de gemeente Zwalm en de sportvereniging waarin alle modaliteiten met betrekking tot de renteloze lening worden opgenomen.

Hoofdstuk II - Procedure

Artikel 5
De aanvraag dient schriftelijk ingediend te worden op de sportdienst van de gemeente Zwalm ofwel vóór 1 april ofwel vóór 1 oktober. Zodoende kunnen via de meerjarenplanaanpassing, indien nodig, de nodige kredieten voorzien worden.
Elk aanvraagdossier bestaat, voor zover deze stukken nog niet aan de gemeente zijn overgemaakt inzake het verwerven van betoelagingen en/of subsidies, minstens uit:
- een afschrift van de laatste publicatie van de statuten in het Belgisch Staatsblad
- een afschrift van de laatste publicatie van de lijst van beheerders in het Belgisch Staatsblad
- het werkingsverslag van het jaar voorafgaand aan de aanvraag;
- het financieel verslag (balans en resultaatrekeningen) van het boekjaar voorafgaand aan
  de aanvraag en de begroting voor het komende boekjaar
- een voorstelling van het project waarvoor een renteloze lening wordt aangevraagd
- een financiële raming van het project waarvoor de lening wordt gevraagd
- een overzicht van de geraamde inkomsten (premies, subsidies, eigen inkomsten, …) ter
  financiering van het project.
Ingeval van een samenwerkingsverband wordt de inhoudelijke en financiële inbreng van elke deelnemende vereniging in het project waarvoor de lening wordt aangevraagd, toegevoegd. De bovenvermelde stukken worden, voor zover als nodig, per deelnemende vereniging ingediend.
Bijkomende stukken in geval van aankoop van een onroerend goed:
- een afschrift van de onderhandse koopovereenkomst.
Bijkomende stukken in geval van aankoop van duurzame goederen:
- offertes van de goederen waarvoor een renteloze lening wordt aangevraagd.
Bijkomende stukken in geval van uitvoering van werken:
- de nodige uitvoeringsplannen (grondplan, situatieschets, voorontwerp)
- indien van toepassing de vereiste omgevingsvergunning en garanties inzake conforme uitvoering
- eigendomstitel van (of titel van het zakelijk recht op) het onroerend goed
- indien de vereniging het onroerend goed huurt of ter beschikking gesteld krijgt, de
  schriftelijke verbintenis van de eigenaar (of van de houder van het zakelijk recht op het
  goed) dat het onroerend goed gedurende de looptijd van de contractuele
  terugbetalingstermijn ter beschikking zal blijven van de aanvrager.
Ter beoordeling van het project kan het college van burgemeester en schepenen
bijkomende informatie en/of documenten opvragen.

Artikel 6
De aanvrager verbindt er zich toe het ontleende bedrag uitsluitend aan te wenden voor het project waarvoor de lening wordt aangevraagd.
Conform de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, heeft het gemeentebestuur recht op informatie en financiële controle over de begroting en de rekening van de aanvrager. Het gemeentebestuur heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de renteloze lening te controleren. De aanvrager verbindt er zich toe om de bewijsstukken van aanwending van de renteloze lening voor te leggen op eenvoudig verzoek van het gemeentebestuur.
Elke met de bestemming strijdige aanwending van de renteloze lening (of van een gedeelte ervan), vervreemding van het gebouw of goed zonder toestemming van het gemeentebestuur of liquidatie van de vereniging heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het totale ontleende bedrag tot gevolg, vermeerderd met de rente aan de wettelijke intrestvoet op het totale ontleende bedrag vanaf de uitbetalingsdatum.
In geval van uitbetaling van de lening in schijven (artikel 8) heeft het met de bestemming strijdige gebruik van de eerste schijf bovendien tot gevolg dat de volgende schijf niet wordt uitbetaald, en dit onverminderd de onmiddellijke opeisbaarheid van de eerste schijf van de lening.

Artikel 7
Het bedrag van de renteloze lening kan maximaal 75 % bedragen van de totale geplande investering (incl. BTW) en dit binnen de perken van de goedgekeurde kredieten in het meerjarenplan. Voor projecten die specifiek gericht zijn op jeugdsportbeoefening kan het bedrag van de renteloze lening 100 % bedragen van de totale geplande investering (incl. BTW), en dit binnen de perken van de goedgekeurde kredieten op de begroting.
Het maximale bedrag is bovendien begrensd op € 50.000,00.

Artikel 8
De uitbetaling van de renteloze lening geschiedt - binnen de perken van het door de gemeenteraad goedgekeurde budget - als volgt:
- bij aankoop van een onroerend goed en bij aankoop van duurzaam materiaal wordt de
  renteloze lening in één keer uitbetaald. De uitbetaling gebeurt uiterlijk binnen de 45 dagen nà ondertekening door beide partijen van de leningsovereenkomst en nà voorlegging aan
  het gemeentebestuur van de in artikel 11 vermelde bankwaarborg of borgstelling
- bij uitvoering van werken aan onroerende goederen wordt de renteloze lening uitbetaald in
  schijven, in functie van de vordering van de werken en mits voorlegging van de nodige
  stavingstukken (facturen op naam van de aanvragende vereniging).
De schijven wordt betaald uiterlijk binnen de 45 dagen na goedkeuring door het college van de bewijzen van de volledige aanwending ervan en nà voorlegging aan het gemeentebestuur van de in artikel 11 vermelde bankwaarborg of borgstelling
De bewijzen van de aanwending van de diverse schijven dienen voorgelegd te worden binnen een termijn die vastgelegd wordt in de leningsovereenkomst. Die termijn kan niet langer zijn dan 3 jaar, en gaat in de dag na de uitbetaling van de eerste schijf. Het niet binnen deze termijn voorleggen van de bewijzen van de volledige aanwending van de eerste schijf aan het gemeentebestuur heeft van rechtswege tot gevolg dat de aanvrager het recht op verdere schijven verliest, en dit onverminderd de sancties voorzien in artikel 6.

Artikel 9
De lening wordt in gelijke schijven terugbetaald via jaarlijkse aflossingen.
De periode van terugbetaling bedraagt maximum 5 jaar. De concrete aflossingsduur wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Indien de lening in één keer wordt uitbetaald, dient de eerste aflossing te gebeuren vòòr 1 september van het kalenderjaar dat volgt op de uitbetaling van de lening.
Indien de lening in meerdere schijven wordt uitbetaald, dient de eerste aflossing te gebeuren vòòr 1 september van het kalenderjaar dat volgt op de uitbetaling van de laatste schijf, en uiterlijk vòòr 1 september van het kalenderjaar dat volgt op het verstrijken van de in de leningsovereenkomst vastgelegde termijn met betrekking tot het indienen van de bewijzen van volledige aanwending van de eerste schijf.

Artikel 10
Bij laattijdige terugbetaling van de jaarlijkse aflossing wordt vanaf de negende dag na de vervaldag de wettelijke intrest aangerekend op het verschuldigde bedrag.
Het gemeentebestuur kan de aanvrager bij laattijdige terugbetaling van de jaarlijkse aflossing aangetekend in gebreke stellen.
Het niet-betalen van de jaarlijkse aflossing binnen de 30 dagen na postdatum van de aangetekende ingebrekestelling heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het totale ontleende bedrag (verminderd met de reeds terugbetaalde aflossingen) tot gevolg, vermeerderd met de wettelijke intrest op dit bedrag, te rekenen vanaf de postdatum van de aangetekende ingebrekestelling.

Artikel 11
Tot naleving van al de verbintenissen voortvloeiend uit de leningsovereenkomst sluit de aanvrager een bankwaarborg op eerste verzoek af bij een kredietinstelling ingeschreven op de lijst van de commissie voor het bank- en financiewezen, ten belope van 110 % van het volledig bedrag van de renteloze lening,
of bezorgt zij het gemeentebestuur een verklaring van borgstelling door minstens één gemachtigde bestuurder van de vereniging waarbij het bedrag van de borgstellingen samen steeds 110% van de geleende som moet zijn.
Het college van burgemeester en schepenen oordeelt of de borgstelling een gewone borgstelling moet zijn of een persoonlijke en hoofdelijke borgstelling die steeds solidair is en dit in functie van onder andere de inschatting van het risico van niet-terugbetaling en in functie van het aantal personen die zich borg wensen te stellen.
De bankwaarborg, borgstelling of persoonlijke en hoofdelijke borgstelling dekt zowel de terugbetaling van het volledige bedrag als de intresten die in toepassing van dit reglement verschuldigd zouden zijn wegens niet naleving door de aanvrager van de verbintenissen van de leningsovereenkomst.
De bankwaarborg, borgstelling of persoonlijke en hoofdelijke borgstelling kan - bij niet betaling op vervaldag van het jaarlijks af te lossen bedrag - worden aangesproken voor het jaarlijks af te lossen bedrag, vermeerderd met de intrest in toepassing van artikel 10, eerste lid.
Indien het ontleende bedrag van rechtswege opeisbaar is geworden na ingebrekestelling wegens laattijdige terugbetaling van een jaarlijkse aflossing in toepassing van artikel 10, derde lid, wordt de bankwaarborg, borgstelling of persoonlijke en hoofdelijke borgstelling aangesproken voor het volledige ontleende bedrag (verminderd met de reeds terugbetaalde aflossingen), vermeerderd met de wettelijke intrest op dit bedrag te rekenen vanaf de postdatum van de aangetekende ingebrekestelling.
Indien het ontleende bedrag van rechtswege opeisbaar is geworden wegens aanwending van de lening in strijd met de bestemming (in toepassing van artikel 6), wordt de bankwaarborg, borgstelling of persoonlijke en hoofdelijke borgstelling aangesproken voor het volledige ontleende bedrag (verminderd met de reeds terugbetaalde aflossingen) vermeerderd met de wettelijke intrest op het volledige ontleende bedrag, vanaf de uitbetalingsdatum van de lening, of - in geval van uitbetaling in schijven - vanaf de uitbetalingsdatum van de eerste schijf.
De ontlener stemt eveneens ermee in dat bij wanbetaling of niet naleving van de verbintenissen, vooraleer de gemeente beroep doet op een bankwaarborg of enigerlei borgstelling, volgende waarborgen/invorderingsmaatregelen zullen worden aangesproken:
- de gemeentelijke toelagen en/of subsidies, die bij toepassing van de gemeentelijke
  reglementen inzake betoelaging van de sportvereniging die door de gemeente zouden
  verschuldigd zijn, jaarlijks kunnen verrekend worden tot beloop van de in dat jaar aan de
  gemeente verschuldigde en niet betaalde terugbetaling en dit bij wijze van wettelijke
  schuldvergelijking
- er gebruik kan gemaakt worden van art. 177, 2° van het decreet lokaal bestuur waarbij er een
  dwangbevel kan uitgevaardigd worden zowel ten aanzien van de ontlenende vereniging als
  ten aanzien van de borgsteller(s).
Het gemeentebestuur bepaalt zelf welke van de in dit artikel vermelde dwangmaatregelen zij aanwendt om terugbetaling te bekomen zonder afbreuk te doen aan de onafhankelijke invorderingsbevoegdheden van de financieel directeur conform art.177, 2° van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 12
Alle wettelijke vergunningen, keuringen, toelatingen en dergelijke moeten aangevraagd worden door de aanvrager. Registraties, taksen, administratiekosten en dergelijke zijn ten laste van de aanvrager.

Artikel 13
§1 Eenzelfde vereniging kan slechts aanspraak maken op een volgende renteloze lening van zodra de helft van het bedrag van de vorige renteloze lening werd terugbetaald. De totale schuld ( oude lopende en nieuwe ) kan nooit hoger zijn dan € 50.000.

§ 2 Verenigingen die reeds een lening lopende hebben op ogenblik van huidige aanpassing van dit reglement en bijkomend willen opnemen worden éénmalig vrijgesteld van de verplichting opgenomen in § 1 bij wijze van overgangsmaatregel.

---

 

Bijlage 2 – Ontwerp leningcontract

Tussen de gemeente Zwalm, hierna genoemd kredietverstrekker

Vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van………….. waarvoor optreden

De heer/mevrouw ……………………………….……., burgemeester

en

De heer/mevrouw …………………………….……… , algemeen directeur

En ……………………………., hierna genoemd kredietnemer

Met zetel te ………….., ………………, 9630 Zwalm met ondernemingsnummer ……………..en waarvan de statuten werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van …………………

Waarvoor optreden ingevolge artikel ….. van haar statuten
………………………..

Is overeengekomen wat volgt :

Artikel 1 – doel/bedrag

De gemeente Zwalm verleent aan ………………. een renteloze lening van    ……….. ter financiering van  …………….… (het doel van de lening wordt hier omstandig omschreven overeenkomstig de aanvraag) waarvan het investeringsbedrag bepaald wordt op ……………. Het bedrag van de lening bedraagt 75/100 procent (schrappen wat niet van toepassing is) van de investering, maar wordt begrensd tot maximaal 50.000 euro.

Artikel 2 - aanwendingsmodaliteiten

De kredietnemer verbindt er zich toe het ontleende bedrag uitsluitend aan te wenden voor het project waarvoor de lening wordt aangevraagd.
Conform de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, heeft het gemeentebestuur recht op informatie en financiële controle over de begroting en de rekening van de aanvrager. Het gemeentebestuur heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de renteloze lening te controleren. De kredietnemer verbindt er zich toe om de bewijsstukken van aanwending van de renteloze lening voor te leggen op eenvoudig verzoek van het gemeentebestuur.
Elke met de bestemming strijdige aanwending van de renteloze lening (of van een gedeelte ervan), vervreemding van het gebouw of goed zonder toestemming van het gemeentebestuur of liquidatie van de vereniging heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het totale ontleende bedrag tot gevolg, vermeerderd met de rente aan de wettelijke intrestvoet op het totale ontleende bedrag vanaf de uitbetalingsdatum.
In geval van uitbetaling van de lening in schijven  heeft het met de bestemming strijdige gebruik van de eerste schijf bovendien tot gevolg dat de volgende schijf niet wordt uitbetaald, en dit onverminderd de onmiddellijke opeisbaarheid van de eerste schijf van de lening

Artikel 3 - uitbetalingsmodaliteiten

De uitbetaling van de renteloze lening geschiedt als volgt (schrappen wat niet past)
(1) Bij aankoop van een onroerend goed en bij aankoop van duurzaam materiaal wordt de renteloze lening in één keer uitbetaald. De uitbetaling gebeurt uiterlijk binnen de 45 dagen nà ondertekening door beide partijen van de leningsovereenkomst en nà voorlegging aan het gemeentebestuur van de in artikel 11 vermelde bankwaarborg of borgstelling.
ofwel
(2)Bij uitvoering van werken aan onroerende goederen wordt de renteloze lening uitbetaald in schijven, in functie van de vordering van de werken en mits voorlegging van de nodige stavingstukken (facturen op naam van de kredietnemer).
De schijven wordt betaald uiterlijk binnen de 45 dagen na goedkeuring door het college van de bewijzen van de volledige aanwending ervan en nà voorlegging aan het gemeentebestuur van de vereiste bankwaarborg of borgstelling
De bewijzen van de aanwending van de diverse schijven dienen voorgelegd te worden binnen een termijn van ……. (Die termijn kan niet langer zijn dan 3 jaar, en gaat in de dag na de uitbetaling van de eerste schijf). Het niet binnen deze termijn voorleggen van de bewijzen van de volledige aanwending van de eerste schijf aan het gemeentebestuur heeft van rechtswege tot gevolg dat de kredietnemer het recht op verdere schijven verliest, en dit onverminderd de sancties voorzien in artikel 6.

Artikel 4 - terugbetalingsmodaliteiten

De lening wordt door de kredietnemer in gelijke schijven terugbetaald via jaarlijkse aflossingen conform bijgevoegde aflossingstabel (bijlage 1) en conform de in dit contract voorziene terugbetalingsmodaliteiten..
De periode van terugbetaling bedraagt ……….(maximum 5) jaar.
Indien de lening in één keer wordt uitbetaald, dient de eerste aflossing te gebeuren voor 1 september van het kalenderjaar dat volgt op de uitbetaling van de lening.
Indien de lening in meerdere schijven wordt uitbetaald, dient de eerste aflossing te gebeuren voor 1 september van het kalenderjaar dat volgt op de uitbetaling van de laatste schijf, en uiterlijk voor 1 september van het kalenderjaar dat volgt op het verstrijken van de in de leningsovereenkomst vastgelegde termijn m.b.t. het indienen van de bewijzen van volledige aanwending van de eerste schijf.

Artikel 5 – laattijdige terugbetalingen

Bij laattijdige terugbetaling van de jaarlijkse aflossing wordt vanaf de 9de dag na de vervaldag de wettelijke intrest aangerekend op het verschuldigde bedrag.

Het gemeentebestuur kan de kredietnemer bij laattijdige terugbetaling van de jaarlijkse aflossing aangetekend in gebreke stellen.

Het niet-betalen van de jaarlijkse aflossing binnen de 30 dagen na postdatum van de aangetekende ingebrekestelling heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het totale ontleende bedrag (verminderd met de reeds terugbetaalde aflossingen) tot gevolg, vermeerderd met de wettelijke intrest op dit bedrag, te rekenen vanaf de postdatum van de aangetekende ingebrekestelling.

Artikel 6 – waarborgen

De bankwaarborg of borgstelling of persoonlijke en hoofdelijke borgstelling (schrappen wat niet past) ten belope van …… EUR dekt zowel de terugbetaling van het volledige bedrag als de intresten die in toepassing van deze overeenkomst verschuldigd zouden zijn wegens niet naleving door de kredietnemer van de verbintenissen van de leningsovereenkomst.

De waarborg of borgstelling of persoonlijke en hoofdelijke borgstelling (schrappen wat niet past) kan - bij niet betaling op vervaldag van het jaarlijks af te lossen bedrag - worden aangesproken voor het jaarlijks af te lossen bedrag, vermeerderd met de wettelijke intrest voorzien in dit contract.

Indien het ontleende bedrag van rechtswege opeisbaar is geworden na ingebrekestelling wegens laattijdige terugbetaling van een jaarlijkse aflossing wordt de bankwaarborg of borgstelling of persoonlijke en hoofdelijke borgstelling (schrappen wat niet past) aangesproken voor het volledige ontleende bedrag (verminderd met de reeds terugbetaalde aflossingen), vermeerderd met de wettelijke intrest op dit bedrag te rekenen vanaf de postdatum van de aangetekende ingebrekestelling.

Indien het ontleende bedrag van rechtswege opeisbaar is geworden wegens aanwending van de lening in strijd met de bestemming, wordt de bankwaarborg of borgstelling of persoonlijke en hoofdelijke borgstelling( schrappen wat niet past ) aangesproken voor het volledige ontleende bedrag (verminderd met de reeds terugbetaalde aflossingen) vermeerderd met de wettelijke intrest op het volledige ontleende bedrag, vanaf de uitbetalingsdatum van de lening, of - in geval van uitbetaling in schijven - vanaf de uitbetalingsdatum van de eerste schijf.

De kredietnemer stemt eveneens ermee in dat bij wanbetaling of niet naleving van de verbintenissen volgende bijkomende waarborgen/invorderingsmaatregelen mogelijk zijn :
- de gemeentelijke toelagen en/of subsidies, die bij toepassing van de gemeentelijke reglementen inzake betoelaging van de sportvereniging die door de gemeente zouden verschuldigd zijn, jaarlijks kunnen verrekend worden tot beloop van de in dat jaar aan de gemeente verschuldigde en niet betaalde terugbetaling en dit bij wijze van wettelijke schuldvergelijking
- er gebruik kan gemaakt worden van art. 177, 2°  van het decreet lokaal bestuur  waarbij er een dwangbevel kan uitgevaardigd worden zowel ten aanzien van de kredietnemer/vereniging als ten aanzien van de borgsteller(s).  Het gemeentebestuur als kredietgever bepaalt zelf welke van de hierboven dwangmaatregelen zij aanwendt om terugbetaling te bekomen zonder afbreuk te doen aan de onafhankelijke invorderingsbevoegdheden van de financieel directeur conform art.177,2° van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 7 – wettelijke verplichtingen

Alle wettelijke vergunningen, keuringen, toelatingen e.d. moeten aangevraagd worden door de aanvrager. Registraties, taksen, administratiekosten e.d. zijn ten laste van de aanvrager.

 

Artikel 8 – borgstellingen/bankwaarborg

Ondergetekenden bestuurder(s) van …………………………………. stellen zich elk borg of persoonlijk en hoofdelijk borg ( schrappen wat niet past )  voor een bedrag van ……………. EUR

………

Of

Ondergetekende bestuurders verbinden zich ertoe om binnen de 60 dagen na ondertekening en voor elke uitbetaling door de kredietgever aan de kredietgever een bewijs van bankwaarborg op eerste verzoek te bezorgen ten belope van …. EUR.

Afgesloten te Zwalm, op xx/xx/xxxxx

 

Namens de kredietnemer (die bevestigen hiertoe gemachtigd te zijn door de bevoegde organen van hun vereniging)
………………….

 

 

Namens het gemeentebestuur – kredietverstrekker
de algemeen directeur                                                 de burgemeester

 

 

De borgstellers