Besluit  de gemeenteraad

Voorwerp en motivering

Beheersing van de waterproblematiek is heel belangrijk in onze gemeente. De gemeenteraad keurde daartoe oa het riviercontract goed.

Het lokale bestuur van Zwalm onderschrijft de principes en voorschriften van de Blue Deal van de Vlaamse regering, een plan in de strijd tegen waterschaarste en droogte. Algemeen wordt aanvaard dat wateroverlast kan vermeden worden door het afkoppelen van regenwaters van de gemengde of DWA-rioleringen, door het aanleggen van groendaken, door het scheiden van regenwaters en afvalwaters, door het bufferen en/of vertraagd afvoeren van regenwater, door de aanleg van baangrachten en/of de opwaardering van onze waterlopen, door verharde oppervlakken in te perken of onverharde zones uit te breiden, door het aanleggen van infiltreerbare bermen, … Al deze deelinitiatieven dragen bij tot de beheersing van de waterproblematiek. De ontharding van het openbaar domein, om zo meer ruimte te maken voor groen en waterinfiltratie, met respect voor de landelijke omgevingskwaliteiten van deze streek, vormt hierin een belangrijk onderdeel.

Deze doelstellingen kunnen behaald worden door de te verharden breedte voor een oprit of toegang en de keuze in te gebruiken materialen te beperken, volgens de regels beschreven in het reglement. Het vermijden van bijkomende niet noodzakelijke verhardingen is immers heel belangrijk. Een oprit dient steeds noodzakelijk te zijn om toegang te verkrijgen tot een vergunde carport, garage, parkeerplaats of een gebouw.

Een tweede doel van dit reglement is het voeren van een meer uniform beleid inzake opritten en toegangen op het openbaar domein.

Tevens wenst de dienst de aanvragen hierrond meer te stroomlijnen, zowel binnen een omgevingsvergunningsaanvraag, als daarbuiten. Hiertoe zal naar het reglement verwezen worden bij het vergunnen van een omgevingsvergunningsaanvraag met impact op het openbaar domein. Eveneens zal een aanvraagformulier voor het aanleggen van een oprit en/of toegang worden ingevoerd. Het college zal elke individuele aanvraag buiten een omgevingsvergunningsaanvraag beoordelen op basis van het voorgelegde reglement. Deze aanvragen zullen ingediend worden voor toegangen naar constructies die via een melding toegestaan werden, of voor toegangen naar gebouwen waarbij de aanleg van de oprit op openbaar domein niet werd opgelegd in de omgevingsvergunning.

 

Regelgeving

Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017

Bijlage

Zwalm – Reglement voor de aanleg, inrichting en behoud van infiltreerbare wegbermen en opritten

Artikel 1 – DEFINITIES

-    Oprit: verharde zone op het openbaar domein tussen de rijweg en de grens met het privaat domein die alle weggebruikers toegang verleent tot het privaat domein.
-    Hoofdtoegang: verharde zone op het openbaar domein die voetgangers toegang verleent tot het privaat domein. 
-    Bebouwde kom : een gebied waarvan de invalswegen worden aangegeven door de verkeersborden F1 en F3, zoals bepaald in het verkeersreglement.
-    Sterk verkeersgenererende functie : functies die aanzienlijke verkeersstromen veroorzaken, zoals een winkelfunctie, een bedrijventerrein, …
-    Beperkt verkeersgenererende functie : functies die een beperkte verkeersstroom genereren, zoals een woonfunctie, een landbouwfunctie,…
-    Landbouwgronden: gronden die bestemd zijn voor landbouwactiviteiten of het houden van dieren.

Artikel 2 – VERGUNNING

Verhardingswerken op openbaar domein zijn steeds vergunningsplichtig. Betrokkene dient hiervoor een aanvraag te richten aan het college van burgemeester en schepenen, via een omgevingsvergunningsaanvraag of via het aanvraagformulier.

Artikel 3 – AANVRAAG

Het gemeentelijk aanvraagformulier dient te worden ingevuld en ondertekend door de aanvrager. De aanvrager voegt bij het aanvraagformulier:
1. Een voldoende gedetailleerd inplantingsplan (incl. afmetingen) met aanduiding waar de oprit en/ of hoofdtoegang moet worden aangelegd.  De aanvrager duidt ook aan wat er in de bestaande situatie ter hoogte van de geplande oprit aanwezig is (bv. struiken/deksels van nutsvoorzieningen/ openbare verlichting/straatmeubilair/groeninrichting/ verkeerssignalisatie/ …) én dient hiermee rekening te houden. Tevens dient op het plan de materiaalkeuze aangeduid te worden.
2. Minstens 1 foto van de bestaande toestand.
3. Indien wordt afgeweken van de algemene regels dient een grondige motivatie toegevoegd te worden aan de aanvraag. Afwijkingen kunnen slechts toegestaan worden in de situaties zoals ze in dit reglement beschreven zijn.
4. Wanneer de oprit gelegen is langs een gewestweg, moet vooraf een machtiging aangevraagd worden bij de administratie Wegen en Verkeer van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap.

Artikel 4 - BEOORDELINGSGRONDEN

Na controle van de volledigheid van het dossier, beslist het college van burgemeester en schepenen of er goedkeuring kan worden gegeven aan de aanvraag of welke voorwaarden er dienen te worden opgelegd.
Het College van Burgemeester en Schepenen neemt een gemotiveerde beslissing op basis van volgende principes :
Artikel 4.1 Binnen de bebouwde kom
Binnen de bebouwde kom kan bij een voldoende aaneengesloten bebouwing geopteerd worden voor de aanleg van een trottoir. Dit wordt beslist door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 4.2 -  Buiten de bebouwde kom
Indien uw woning zich buiten de bebouwde kom bevindt en uw straat dus niet van een trottoir zal worden voorzien, kan u de aanleg van een oprit en/of hoofdtoegang tot de woning aanvragen.
Artikel 4.3 – maximale breedte
•    Toegang tot private woningen en gebouwen met beperkte verkeersgenererende functies:

o    één oprit van max. 4m breed
o    één hoofdtoegang van max. 1,2m breed
o    Bij minder dan 1m ruimte tussen oprit en hoofdtoegang op openbaar domein, dient toegang genomen te worden naar de hoofdtoegang via de oprit op privaat domein.
o    Een gemeenschappelijke toegang voor 2 of meerdere percelen in een verkaveling (via een ventweg) heeft een maximale breedte van 7m.

•    Toegang tot bedrijven en gebouwen met sterk verkeersgenererende functies en/of functies waarmee levering vrachtwagens of grote bestelwagens gepaard gaat:

o    een oprit van max. 8m breed

•    Toegang tot weides, landbouwgronden, andere onverharde terreinen en landbouwbedrijven:

o    een oprit van max. 8m breed, onverhard.
o    Van deze maximale breedte kan worden afgeweken indien het onderbouwd kan worden met rijcurvesimulaties

•    Toegang in smalle straten (In een smalle straat is het mogelijk de oprit te laten uitwaaieren, indien er geen fietspad of voetpad aanwezig is. De uitwaaiering wordt steeds onder een hoek van 45° aangelegd. De uitwaaiering mag enkel worden uitgevoerd over een afstand van 1m gemeten vanaf de rijweg. De maximale breedte van de oprit ter hoogte van de aansluiting met de rijweg bedraagt zo 6 m voor een enkele oprit en 10 m voor een dubbele oprit of een oprit voor sterk verkeersgenerende activiteiten of een toegang tot landbouwpercelen.

•    Toegang tot parkeerplaatsen op privaat domein
Parkeerplaatsen op privaat domein dienen bereikbaar te zijn via de oprit. Een uitzondering kan slechts worden toegestaan indien er onvoldoende manoeuvreerruimte is in de voortuinstrook. Dit wordt beoordeeld in de omgevingsvergunning die moet aangevraagd worden voor verharding in de voortuin.
Deze toegangen worden steeds aangelegd in grasdallen.
Voor onvergunde parkeerstroken in de voortuin worden geen toegangen aangelegd.

•    Parkeerplaatsen in de berm op publiek domein
Parkeerplaatsen dienen steeds aangelegd te worden op privaat domein. Er worden geen parkeerplaatsen op publiek domein toegestaan, behoudens indien deze noodzakelijk zijn als extra parkeerplaats voor zelfstandigen of bedrijven. Deze parkeerplaatsen worden steeds aangelegd in grasdallen.

•    Toegang naar de brievenbus
De toegang naar de brievenbus dient te verlopen via de oprit. Ter hoogte van de brievenbus kan maximaal 1 m² verharding voorzien worden in hetzelfde materiaal als de oprit op openbaar domein. De brievenbus dient voorzien te worden naast de oprit of toegang. Er wordt geen extra verharding (bovenop deze 1 m²) geplaatst op het openbaar domein als toegangsweg naar de brievenbus.  

•    Mogelijkheid aanvraag tweede oprit 
Er wordt slechts 1 gratis oprit per woonperceel voorzien.
Een tweede oprit kan enkel worden toegestaan op kosten van de aanvrager, in de volgende gevallen.

o    Bij een bestaande woning of gebouwen die vergund zijn voor het in voege treden van dit reglement : als deze tweede oprit toegang verleent aan een vergunde garage, carport, bergplaats of dergelijke EN als het praktisch niet uitvoerbaar is de bestaande oprit te gebruiken als toegang.
o    Als dit bij een perceel voordeliger is naar infiltratie toe, d.w.z. als er dan op het betreffende perceel aanzienlijk minder verharding moet worden aangelegd EN als deze tweede oprit toegang verleent aan een vergunde garage, carport, bergplaats of dergelijke.

De breedte van de te verharden oprit of toegang wordt gemeten langsheen de rijweg. De verharding zal aangelegd worden tot aan de visuele rooilijnscheiding (muurtje, paaltjes, …) of bij geen zichtbare scheidingslijn tot de diepte van de aangelande percelen, zodat een relatief uniforme parallellijn met de rijweg- en/of fietspadverharding wordt gecreëerd.
Over de resterende terreinbreedte mag op het openbaar domein geen enkele verharding (asfalt, porfier, steenslag, dolomiet,…) worden aangebracht, behoudens de uitzonderingen die in toepassing van dit reglement werden goedgekeurd door het college.
Een oprit naar een niet vergunde of niet vergund geachte constructie kan niet worden toegestaan.
Wanneer de stedenbouwkundige vergunning voor garage, carport, bergplaats of dergelijke vervalt, vervalt hiermee ook de vergunning voor de oprit.
Voor de opritten in een goedgekeurde verkaveling dienen de verkavelingsvoorschriften strikt nageleefd te worden. Alle bepalingen in dit reglement die niet opgenomen zijn in de verkavelingsvoorschriften blijven onverminderd geldig. Wanneer de verkavelingsvergunning vervalt, vervalt hiermee ook de vergunning voor deze opritten.
Voor werken in kader van riolerings- en wegenwerken, dient het goedgekeurde ontwerpplan strikt nageleefd te worden.

Artikel 4.4 – Materialen
-    Opritten en toegangen naar de hoofdingang van een woning of bedrijf worden aangelegd in waterdoorlatende klinkers of grasdallen.
-    Toegangen naar landbouwpercelen worden aangelegd in grasdallen of blijven onverhard.
-    Voetpaden worden aangelegd in betonstraatstenen of klinkers.
-    Monoliete materialen zoals beton of asfalt zijn verboden.
-    Losse materialen zoals grind ,dolomiet, kiezel, … zijn  niet toegelaten.
-    Bij uitzondering (te motiveren in de aanvraag) kunnen kasseien gebruikt worden voor de oprit en toegang, indien dit te verantwoorden is binnen de omgeving en aansluit bij de kasseiverharding van de oprit op privaat domein. Deze uitzondering kadert niet in het streven naar ontharding, en moet daarom goed gemotiveerd worden.
-    De aanvraag van andere materialen dan waterdoorlatende klinkers, grasdallen, betonstraatstenen of kasseien om esthetische redenen (om visueel beter aan te sluiten bij de oprit op privaat domein) worden niet toegestaan, om een grotere uniformiteit in het straatbeeld te bekomen op lange termijn.

Artikel 4.5 : Technische bepalingen voor de materialen
- waterdoorlatende klinkers
Dit betreft enkel waterdoorlatende klinkers met verbrede voeg. Er dient een waterdoorlatende onderfundering en fundering geplaatst te worden volgens de regels van de kunst. De voegen moeten opgevuld worden met een waterdoorlatend materiaal, zoals gebroken steenslag met korrelmaat 1/3 of 2/5 mm. Poreuze betonklinkers verstoppen sneller in de loop van de tijd en worden daarom uitgesloten. Er mag in geen geval gewerkt worden met wateronderlatend geotextiel.
- grasdallen
Voor opritten en toegangen worden enkel betonnen grasdallen toegelaten. Er dient een waterdoorlatende onderfundering en fundering geplaatst te worden volgens de regels van de kunst. De grasdallen worden gevuld met aarde en ingezaaid. Opvullen met om het even welke vorm van steentjes is niet toegestaan.
- kasseien / kleiklinkers
Deze worden nooit aangelegd door de gemeente zelf. Vermits ze niet waterdoorlatend kunnen aangelegd worden, kunnen ze enkel toegestaan worden na grondige motivatie. Kasseien worden steeds aangelegd door en op kosten van de aanvrager.
- betonstraatstenen
Enkel voor voetpaden. Er dient een onderfundering en fundering geplaatst te worden, volgens de regels van de kunst.

Artikel 4.6 - Nutsleidingen
De nodige voorzieningen dienen te worden getroffen opdat de bestaande nutsleidingen en andere voorzieningen niet zouden beschadigd worden. De aanvragers, de rechthebbenden en de opvolgers blijven verantwoordelijk tegenover derden voor al de schade die deze werken zouden kunnen veroorzaken. Bij beschadiging moeten onmiddellijk de respectievelijke maatschappijen verwittigd worden. De gemeentediensten, Farys en de nutsmaatschappijen hebben te allen tijde toegang tot de aangelegde oprit op openbaar domein voor de aanleg of onderhoud van hun leidingen.

Artikel 4.7 – Andere vergunningen
Het bekomen van een machtiging tot aanleggen van een oprit ontslaat de aanvrager niet van de verantwoordelijkheid om alle andere noodzakelijke vergunningen en goedkeuringen te bekomen, zoals een omgevingsvergunning, voor bvb. een carport, garage of het overwelven van een gracht, een signalisatievergunning, de machtiging om werken uit te voeren aan een onbevaarbare waterloop,…

Artikel 4.8 – Overige regelgeving
Indien van toepassing hebben voorschriften uit de bepalingen van andere regelgeving, zoals een verkavelingsvergunning, RUP, GUP, onroerend erfgoed,… voorrang op de bepalingen van art. 2 van dit reglement.

Artikel 5 – GELDIGHEID VERGUNNING

Indien binnen het tijdsverloop van één jaar, te rekenen van haar betekening, geen gebruik werd gemaakt van de gegeven machtiging, zal deze als niet worden beschouwd.

Artikel 6 – ONDERHOUD

Na het aanleggen van de hoofdtoegang en/of oprit dient de aanvrager, de opvolgers en rechthebbenden ‘als een goede huisvader’ in te staan voor het  onderhoud van deze verhardingen.
Zij zullen zich gedragen naar de huidige en toekomstige wetten alsook naar de maatregelen en schikkingen die het gemeentebestuur zou nuttig oordelen voor te schrijven. Zo wordt de aanvrager er op gewezen dat het gebruik van herbiciden verboden is op openbaar domein.

Artikel 7 - SANCTIE

Indien er verhardingen worden aangelegd zonder voorafgaandelijke goedkeuring van de gemeente, zal de gemeente een redelijke termijn vaststellen om het openbaar domein terug  in zijn oorspronkelijke toestand herstellen of de werken te regulariseren. Indien de aanpassings- of afbraakwerken niet binnen de gestelde termijn zijn uitgevoerd of geregulariseerd, kan het College zelf deze werken laten uitvoeren door de Technisch Uitvoerende Dienst of een aannemer aanstellen om deze werken uit te voeren op kosten van de overtreder.